22 OKTOBER 1998 528 deze mogelijkheid ook hier toe te passen, of zijn wij bereid om daar eens naar te kijken? Met betrekking tot het Stadhuis op de Grote Markt het volgende. Wij zijn er altijd voorstander van geweest om daar de raadsvergaderingen en de representatieve activiteiten te laten plaatsvinden. Wij hebben ooit het standpunt ingenomen dat de fracties best een ruimte in het nieuwe stadskantoor zouden kunnen krijgen, maar ik heb begrepen dat een overgrote meerderheid er voorstander van is om in het oude Stadhuis te vergaderen. Het heeft daar ook wel iets, ondanks het feit dat we helemaal boven in de nok zitten, maar wij kunnen daar best mee leven. De heer CRUL In BN/DeStem van 16 oktober jongstleden stond een interview met een aantal ambtenaren. De kop van dat artikel was: 'Je kunt ons niet in tenten wegzetten'. GroenLinks is niet zo gelukkig met de kop van dat artikel, temeer omdat op dat moment ook de huisvestingsproblematiek van de asielzoekers speelde. Het is jammer dat dat zo is gelopen, want met het artikel zelf zijn wij het wel eens. Er moet in ieder geval iets gebeuren, en de argumenten die daarin worden genoemd kunnen wij wel onderschrijven. Het is niet zo, zoals dat artikel eigenlijk weergeeft, dat de huidige huisvesting, en de heer Taks heeft daarover ook gesproken, zo slecht is. Als je dit kantoor ziet en stadskantoor II, dan mag je toch concluderen dat dat redelijke kantoren zijn. Dat moet ook, ambtenaren moeten goed zijn gehuisvest. Deze kantoren voldoen toch wel aan de voorwaarden. De heer TAKS Mijnheer Crul, het ging mij om de deelstadskantoren. Die zijn verouderd. Ik heb niets ten nadele gezegd van dit stadskantoor. Het is hier aangenaam toeven. De heer CRUL De teneur van dat artikel is dat die huisvesting niet zo best meer is. Ik ben in al die kantoren geweest, en ik vind dat het nogal meevalt. Ik ontken niet dat er wel wat aan moet gebeuren. Er zijn over dit voorstel twee besprekingen geweest. In de eerste bespreking hadden alle fracties veel voorbehoud, en op alle terreinen veel kritische opmerkingen, zowel ten aanzien van de investeringshoogte, als efficiencyzaken, als de functies in de dorpen. Onze fractie heeft toen gezegd: je moet meer naar het totale gebied kijken, want daar gaat ook nogal wat gebeuren, in het kader van een Casino, een parkeergarage en alles wat daarbij komt. Van de andere fracties hebben wij daarop geen gehoor gekregen. Tijdens de tweede bespreking, op 15 oktober, liep iedereen achter de heer Dubbelman aan, en ineens was iedereen enthousiast. Dat blijkt nu ook een beetje. Argumenten die leiden van voorbehoud naar enthousiasme heb ik niet gehoord. Ik denk dat dan óf de collegepartijen in totaliteit zijn teruggefloten, dat zou kunnen, óf er is iets anders gebeurd. Ik heb in ieder geval geen argumenten gehoord die zo'n omslag van standpunten duidelijk maken. Ons standpunt blijft dat we bij deze zaak veel aarzeling hebben, vooral omdat je toch het totale gebied moet bezien. Daarnaast, en ik heb dat in de twee besprekingen ook gezegd, is dit toch een ad hoe beslissing. Er wordt te weinig naar de toekomst gekeken, zowel voor wat betreft de ontwikkeling van het apparaat als het bestuur. Er is ook te weinig gekeken naar een eventuele privatisering en automatisering. Wij hebben onze opvattingen in een motie vastgelegd, die ik bij dezen indien. De VOORZITTER Door de heer Crul is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Crul, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (4) De leden van de raad der gemeente Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 528