22 OKTOBER 1998 533 De heer SNIER Bij interruptie. De bedoeling van datgene wat ik toen heb gezegd is de volgende. Je begint met een voorbereidingsfase, wantje wil uiteindelijk zo'n gebouw hebben. Dat moet worden ontworpen, dat moet op enig moment ook worden gebouwd. Dat gebouw staat er niet morgen. Er zit een enorme periode tussen het moment waarop je uiteindelijk besluit om het te gaan bouwen en het moment waarop dat gebouw er staat, de vloerbedekking wordt gelegd en de ambtenaren erin kunnen. Tussen die twee momenten kunnen er allerlei veranderingen plaatsvinden. De heer Van der Westerlaken heeft daarover ook gesproken. Dat was voor mij de belangrijkste motivatie om op een bepaald moment te zeggen: je moet de situatie ook op dat moment kunnen bekijken, en dan moet je flexibel kunnen zijn. Dat was de basis van de hele discussie over de mogelijkheid tot verkoop. De heer CRUL Uit uw nadere toelichting blijkt nu dat ik in eerste instantie niet goed heb begrepen of u op dit moment deze beslissingen wel of niet belangrijk vindt. In zekere zin heeft de wethouder gezegd dat hij de motie toch wel voor een deel overneemt, en voor een deel verwijst hij naar de discussie over Ruimtelijke Ordening. Wij begrijpen niet waarom de motie dan niet volledig kan worden overgenomen. Of je die nu gesplitst overneemt, of in haar totaliteit, dat maakt toch niets uit? De heer BOER Uit de discussie tussen de heer Snier en wethouder Van Os komt duidelijk naar voren dat wethouder Van Os aangeeft: ik denk wel met je mee, maar wij doen het voor de ambtenaren. Als het kantoor straks is ingericht, dan is dat helemaal toegespitst op de ambtenaren en dus is het niet meer verkoopbaar. Ik denk dat dat ook recht doet aan datgene wat gaat gebeuren. Ik vind het jammer dat u niet bent ingegaan op mijn suggestie dat moderne werken thuis kunnen gebeuren. In de commissie hebben wij reeds aangegeven dat u het voor die prijs niet haalt. Ik zet er een fles wijn op in, dat u het voor dat bedrag niet voor elkaar krijgt. Wethouder VAN OS Moderne werken doen wij op dit moment ook, die hebben dus altijd effect op de werkplekken. Ik waag te betwijfelen of wij zover komen dat een groot aantal van onze medewerkers altijd thuis zal werken. Dan moet je het veel meer zien in de richting zoals ik de vragen van de heer Van der Westerlaken heb beantwoord. Mijnheer Boer, ingaand op uw laatste opmerking het volgende: voor een fles wijn doe ik het niet. Mijnheer Crul, ik heb niet gezegd dat ik de motie gesplitst of op onderdelen overneem. Ik heb aangegeven dat een aantal onderdelen van de motie nadruk kelijk ook in het collegevoorstel zit en dat een aantal andere afwegingen is terug te vinden in het toetsingskader van RO. Wij blijven dus daarbinnen, en wij hoeven dat niet opnieuw te doen. Daarom heb ik geen behoefte aan uw motie. De VOORZITTER We gaan over tot besluitvorming, waarbij ik de motie van de Parel van het Zuiden als eerste aan de orde stel, omdat die het verste gaat. Besluitvorming met betrekking tot de motie (5), ingediend door de fractie van de Parel van het Zuiden. De motie (5) wordt verworpen, met de aantekening dat de fracties van de Parel van het Zuiden, de SP en Breda Vooruit geacht wensen te worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming met betrekking tot de motie (4), ingediend door de fractie van GroenLinks. De motie (4) wordt verworpen met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de SP en Breda Vooruit geacht wensen te worden te hebben voorgestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 533