BP 19 FEBRUARI 1998 53 De heer BOER Voorzitter, u doet mededelingen en ik vraag daarop een korte toelichting. Dat hoeft het CDA niet zo zwaar aan te zetten. Het bespaart ze een hele discussie over een bepaald onderwerp, dus die winst hebben zij dan, en dan kunnen ze nog eerder naar de kroeg. De VOORZITTER Laten we dan nu constateren, dat dit punt in ieder geval van de agenda is. 19. FINANCIËLE ONDERSTEUNING VVV BREDA-NIEUWE-STUL Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Namens de CDA-fractie een korte stemverklaring over een proces dat vrij lang heeft geduurd. Sinds 1995 zijn wij bezig met een nieuwe structuur voor de VVV. Een proces dat in de afgelopen jaren van tijd tot tijd heeft moeten rusten en moeten rijpen. Uiteindelijk hebben wij nu een besluit voor ons liggen. De vraag die we ons in de afgelopen jaren hebben gesteld was: welk type VVV heeft een stad als Breda nodig? De VVV is een motor voor de toeristische attracties, met name voor het promoten van maatschappelijke functies, hetgeen ook uit het onderzoek van het NRIT en bureau GREEP is gebleken. Zeer belangrijk voor de CDA-fractie is het feit dat tijdens de behandeling in de commissie het bestuur van de VVV heeft aangegeven dat dit een zeer goede aanzet is voor de vernieuwende gedachte en dat de continuïteit daardoor gewaarborgd is en blijft. De CDA-fractie heeft hieraan niets meer toe te voegen. De heer TAKS Toerisme en recreatie zijn buitengewoon belangrijk voor de Bredase economie, zowel voor wat betreft de directe werkgelegenheid in de toeristische en recreatieve sector zelf, met relatief veel arbeidsplaatsen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, als ten aanzien van de positieve effecten op de werkgelegenheid in de horeca en de detailhandel. De VVV vervult daarbij, naast andere instellingen, een belangrijke rol, die in voorwaardenscheppende zin een financiële ondersteuning van gemeentewege ten volle rechtvaardigt. Onze fractie is er niet geheel en al van overtuigd dat dit subsidievoorstel in alle opzichten adequaat is. Ongetwijfeld zijn de financiële middelen toerei kend voor de traditionele maatschappelijke functie van de VVV, maar het is, naar ons gevoel, toch iets te twijfelachtig of daarmee tot een werkelijke innovatieve ondersteuning van de toeristische en recreatieve sector in Breda kan worden gekomen. Het bestuur van de VVV acht zich daartoe wel in staat, zo is ook gebleken in de vergadering van de commissie ECG, en dat geeft voor ons de doorslag. Daarmee is inderdaad, zoals mevrouw Boidin ook al zei, een eind gekomen aan de discussie die sinds de Kadernota 1995 wordt gevoerd. Het is, denk ik, ook het goede moment om alle betrokkenen, zowel het college als de VVV, zowel de directie als het bestuur van de VVV, een compliment te maken. De heer SCHOENMAKERS Het rapport "Van VVV Breda naar Bureau voor Promotie, Recreatie en Toerisme" heeft onze instemming en is met belangstelling door onze fractie bekeken. Van dit bureau wordt verwacht dat het niet alleen een stimulerende, maar ook een ondersteunende impuls zal zijn voor onze stad. Ook in het verleden heeft de VVV haar grote waarde bewezen voor Breda. Nu komt men met een geheel nieuwe opzet, een gedurfde opzet, waarbij we het nieuwe bureau met belangstelling zullen volgen. Wij hopen dat de Business-unit Ticketing te zijner tijd ook zal kunnen gaan functione ren. Wij zijn ook blij dat dit raadsvoorstel de instemming heeft van het bestuur van de VVV, want dat wil zeggen dat zij met deze financiële injectie een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de totstandkoming van deze nieuwe opzet. De heer SNIER Ook de Partij van de Arbeid is blij dat deze toch wat slepende kwestie langzamerhand is opgelost. Gezien de geformuleerde taakstelling achten wij de in het voorstel genoemde subsidiebedragen ook alleszins redelijk. Wij denken dat de huidige voorstellen en de keuze voor het tweede scenario M

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 53