12 NOVEMBER 1998 545 De HSL heeft de nodige nieuwe mogelijkheden aan de stad gegeven. Als vervoersknooppunt kan Breda zich in de toekomst duidelijk manifesteren. Met betrekking tot verkeer en vervoer het volgende. Het openbaar vervoer is ondanks de bezuinigingen een absolute noodzaak. Sterker, wij vinden nog steeds dat we ons alle inspanningen moeten getroosten om dit steeds beter te maken. Als we daaraan niet de nodige aandacht besteden, zal dat nooit lukken. Ook vragen wij aandacht voor de realisering van de stadsdiensten naar Ulvenhout, Prinsenbeek en Teteringen. De auto is voor ons ook een maatschappelijk aanvaard fenomeen. Alleen bij goed openbaar vervoer is men bereid uit die auto te stappen. Een goed alternatief kan in bepaalde gevallen ook een veilig fietspad zijn. Nog steeds zijn voor ons grote parkeerplaatsen aan de rand van de stad een goed alternatief voor een parkeergarage in de binnenstad van Breda. Park en pendel, zoals in andere steden is toegepast, is naar de mening van Breda '97 nog steeds de oplossing voor een dichtslibbende stad, en in het bijzonder voor degenen die werken in de binnenstad De heer SCHRODER Bij interruptie. Ik wil de fractie van Breda '97 herinneren aan datgene wat wij in de voorlaatste raadsvergadering hierover hebben gezegd. Wij pleitten er toen voor om het park en pendelproject juist ten behoeve van de door u als laatst genoemde doelgroep uit te breiden. Toen was Breda '97 tegen, omdat 80.000,-- in het kader van een experiment te duur was. Hoe verhoudt zich dat nu tot uw pleidooi? De heer VAN YPEREN Dat was ook de reden. We zullen andere mogelijkheden moeten vinden, die een goedkopere oplossing bieden, juist ten behoeve van degenen die in de binnenstad werken of de stad willen bezoeken. Zij moeten hun auto niet in een aangrenzende woonwijk parkeren, tot overlast van anderen, maar op ruime parkeerplaatsen die we speciaal daarvoor hebben aangelegd. Echter, de parkeergarages in de stad moeten blijven gehandhaafd, want er zal altijd een grote groep mensen zijn die permanent de stad opzoekt. Bij park en pendel denken wij dus voornamelijk aan degenen die in de binnenstad werken. Ten aanzien van milieu het volgende. In het meerjareninves- teringsplan staan geen investeringen voor een milieustation in Prinsenbeek. Hoe komt dat? Het huidige station wordt in mei 1999 gesloten in verband met de verbreding van de A16 en de aanleg van de HSL. De afvalstoffenheffing is erg hoog. Voor een belangrijk deel wordt dat veroorzaakt door kosten die Breda moeilijk kan beïnvloeden. Maar het dwingt ons wel tot een nog betere voorlichting over het goed scheiden van afval, immers, slecht scheiden leidt tot een scherpe kostenstijging. Met uw eerste poging om te komen tot differentiatie in de tarieven in het kader van 'de vervuiler betaalt' kunnen wij helaas niet instemmen. Wij denken dat de betaling van 10,-- bij het zelf bezorgen van afval op het milieustation averechts zal werken. Dit zal zorgen voor een toename van het zwerfvuil. Ook het minder goed scheiden van het afval, als men dat afval in de container stopt, brengt extra kosten met zich mee. Afval dat wordt bezorgd is per kilo het goedkoopst. Met betrekking tot de heffing van 25,-- bij het ophalen van grof huishoude lijk afval verwachten wij dat de kosten vele malen hoger zullen zijn dan de opbrengsten, en dit geeft problemen bij de kostendekkendheid van het project. In de praktijk moet men ook denken aan het innen van de heffing. Tevens zal het ophalen problemen geven rond de beheersbaarheid, met name bij flats en appartementsgebouwen. In dit kader dienen wij een motie in, waarin wordt voorgesteld af te zien van beide heffingen en een financiële dekking te zoeken in de eventuele extra inkomsten uit de overschotten vanuit de afvalsturing. Indien dit niet tot oplossingen leidt, stellen wij voor te overwegen een eventuele verhoging door te voeren van de algemene tarieven, voorzover dit noodzakelijk is. Met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid moeten wij blijvend aandacht besteden aan de bestrijding van de harde werkloosheid. De initiatieven die uw college in dezen ontwikkelt, hebben onze waardering. Daarnaast vragen wij uw bijzondere aandacht voor de kinderopvang. Dit is een belangrijke randvoorwaarde om ouders in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan het arbeidsproces. De wachtlijsten voor kinderopvang worden steeds langer. Het resultaat van de besluitvorming door de rijksoverheid laat op zich wachten, en de wachtlijsten blijven groeien. Is het mogelijk in die zin iets te doen dat de groei van de wachtlijsten afneemt? Kunnen leegstaande lokalen daarvoor misschien een oplossing bieden? Met betrekking tot de Wet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 545