12 NOVEMBER 1998 548 Mevrouw HEERKENS Ik wil graag doorgaan met mijn verhaal, omdat ik vind dat dit alle aandacht verdient en ik wil dat niet laten verpesten door de heer Boer. Grote moeite hebben wij ook met het schrappen van de zorggesprekken bij de Sociale Dienst. Het doel van deze inzet is om voor de meest kwetsbaren van het cliëntenbestand maatschappelijk zinvolle activiteiten te ontplooien, waardoor het sociaal isolement kan worden doorbroken of voorkomen. Tevens kan worden bekeken of cliënten recht hebben op Bijzondere Bijstand en huursubsidie. Het louter doorberekenen van de gevolgen van de daling van het cliëntenbestand vinden wij een te kille benadering. Ook ten aanzien van deze beleidsaspecten dienen wij een amendement in, juist om een extra aantal formatieplaatsen bij de Sociale Dienst te creëren, zodat de voorgenomen zorggesprekken voor 1999 doorgang kunnen vinden. Het totale armoedebeleid heeft gelukkig tot nu toe op een breed draagvlak kunnen rekenen in deze raad. Ook het onderzoek van de Wetenschapswinkel Tilburg geeft aan dat Breda, in vergelijking met andere Brabantse steden, een gedegen armoedebeleid voert. Toch blijfthet nodig om ook op dit terrein nieuwe initiatieven te nemen. Wij wijzen op het vaker door ons gedane verzoek om de extra uitkering jaarlijks te verstrekken aan uitkeringsgerechtigden die langer dan drie jaar moeten rondkomen met een minimuminkomen. Ten aanzien hiervan wil ik reageren op het VVD-voorstel. Ik vind het aardig dat de VVD dit nu ook ondersteunt, terwijl ik altijd had begrepen, toen nog van de heer Kruithof, dat de VVD dat in de plaats wilde stellen van een aantal regelingen in het kader van het armoedebeleid. Er is tot nu toe dus nog steeds een breed draagvlak voor het vigerende armoedebeleid. Wij vragen ons af of voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld gezinnen met kinderen, zelfs niet al naar een kortere periode, bijvoorbeeld twee jaar, moet worden overgegaan. Wellicht kan hiermee worden voorkomen, dat juist deze groepen te maken krijgen met een vaak omvangrijke schuldenproblematiek. Een ander onderdeel van de totale lastendruk betreft de afvalstoffenheffing. Tot nu toe is door de inzet van de reserves getracht de stijging van de verwerkingskosten in de hand te houden. Voor 1999 wordt voorgesteld het grof vuil uit de heffing te halen, waarbij de kosten voor het ophalen 25,— bedragen en voor het zelf bezorgen 10,—. Wij vragen ons af of deze gang van zaken niet prematuur is. Daarbij is het, zonder een gedegen onderzoek naar de tariefdifferentiatie, zonder consultatie van de bevolking, er zijn onlangs meerdere brieven van het Bekom naar de politieke partijen gestuurd, en met onvoldoende capaciteit van de milieustations, zeer de vraag of er wel extra milieuwinst te behalen is. Lopen we geen grote risico's van zwerfvuil, juist in de meest kwetsbare buurten? In de commissievergadering hebben wij de portefeuillehouder gewezen op de overschotten bij de NV Afvalsturing. Voor Breda zou dat kunnen neerkomen op 1 miljoen. Wij vragen u er alles aan te doen om die 1 miljoen in te zetten als dekking voor de grof vuilregeling, zodat er voor 1999 geen verandering optreedt in het serviceniveau van deze regeling. Voorzitter, tenslotte willen wij nog enkele opmerkingen maken over het veiligheidsbeleid. Door een tekort aan politiesurveillanten blijft er geld op de plank liggen. Wij verzoeken u om snel in de commissie Algemene Zaken een debat te voeren over de inzet van een deel van die financiële middelen. In dat kader kijk ik ook naar datgene wat wij naar voren hebben gebracht bij de Kadernota 1999, en ik doel daarbij speciaal op de middelen die toen ter beschikking zijn gesteld. In die zin heeft u dat overigens ook toegezegd. Wij vinden dat naast meer blauw op straat ook andere voorstellen kunnen bijdragen tot meer veiligheid in de wijken en op de straat. Tot zover onze algemene beschouwingen. Ik hoop dat ik heb bijgedragen aan een snelle behandeling en ik hoop ook dat ik hiermee heb aangetoond dat de begroting, wat ons betreft, een agendapunt mag worden voor een reguliere raadsvergadering en dat het echte debat bij de kadernota kan worden gevoerd. De VOORZITTER Door mevrouw Heerkens zijn twee amendementen ingediend. Deze voldoen aan de formele vereisten, zijn voldoende ondertekend en maken onderdeel uit van de beraadslagingen. Het door mevrouw Heerkens, namens de fractie van de Partij van de Arbeid, ingediende amendement (1) luidt als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 548