12 NOVEMBER 1998 559 raadsleden en helemaal belangrijker dan die van de ambtenaren. Er kan wat ons betreft dan ook niet genoeg aandacht en geld worden uitgetrokken om die mening te horen en ze zelfs van beslissende betekenis te laten zijn. Weg met de marionetten van de wijk- en dorpsraden, die het zo leuk vinden om mee te praten, maar als er keer op keer niet naar wordt geluisterd als geslagen honden weer in het hok kruipen. Wij pleiten allang voor democratisch gekozen wijk- en dorpsraden met een verregaande bevoegdheid in alle zaken die hun dorp of wijk aangaan. De Regels van het Spel zijn lachwekkend als het om medezeggenschap gaat. Die komen neer op: ze een beetje laten meepraten, net doen of we luisteren en dan onze eigen zin doordrijven. Geen wonder dat u die niet wilt veranderen en de zelfingenomen wijkburgemeesters honing om de mond smeert en veren in hun puntje, puntje, puntje steekt. Met echte medezeggenschap heeft dat niets te maken, laat staan met openheid van beleid of een duidelijke en snel afgewerkte klachtenafhandeling. Maar na de affaire Heijmans weten we waarom u zoveel heeft te verzwijgen. U bent niet eens bereid geweest om hierover een gedragscode af te spreken. U zou er eens over denken, dat was alles wat u zei. En de WAM! De WAM, zij knoeide voort en brak alle monumenten in de stad af en bouwde overal vierkante gebouwen in de Van Opstal-stijl, met weinig speelse ornamenten, maar vol onduidelijke compensaties. En zo gaat Breda nog vóór 2000 naar de knoppen. Neen, voorzitter, wij kunnen ons met dit beleid niet verenigen. U knijpt de burgers uit als citroenen. Hoe minder zij hebben en hoe ouder zij zijn, hoe meer u ze uitknijpt. Niet de minima en de ouderen worden uitgenodigd om gratis naar Anatevka te gaan, maar zij die het driemaal makkelijk kunnen betalen. Daarom is Breda een lelijke asociale stad geworden, met een zelfingenomen bestuur. De VOORZITTER Ik vind het nu welletjes. Ik denk dat ik u het woord ontneem, en ik ga verder naar de fractie van Breda Vooruit. De heer BOER Voorzitter, ik weet dat wij niet de waarheid mogen spreken. De VOORZITTER Ik heb u gewaarschuwd. Ik ontneem u het woord. De heer BOER Dan zullen wij niet mogen bij deze vergadering. De VOORZITTER Dan stapt u maar op. Het woord is aan de heer Verpaalen. De heer VERPAALEN Voorzitter, laat ik beginnen u een compliment te maken. Uw streven om de Bredase burger te betrekken bij het vaststellen van het Stadsplan is volledig conform mijn partijlijn en dus een compliment waard. Maar bij de informatie, die aan de burger wordt verstrekt, ontbreekt naar het oordeel van Breda Vooruit iets essentieels, namelijk een financiële paragraaf of een financiële prognose. Immers, aan een zorgstad hangt een ander financieel plaatje dan aan een werkstad of aan een culturele stad. Bij de zorgstad zal de OZB op termijn wellicht moeten stijgen met bijvoorbeeld 25 overigens heb ik over dit percentage geen flauw idee, terwijl dat bij de werkstad misschien beperkt kan blijven tot 10%, en ook dat is weer een willekeurig percentage. De keuze die de burgers moeten maken is niet alleen: 'wat vinden wij leuk?', maar ook: 'wat hebben we ervoor over?'. Uit dien hoofde zullen ook de financiële gegevens voorhanden moeten zijn. Ik vind dat een omissie uwerzijds en mijn vraag is: waarom ontbreekt de financiële paragraaf over een globale schatting van de kosten van de vier varianten? Bent u bereid deze alsnog op korte termijn bij de stukken te voegen? Ik breng u in herinnering dat wij al eens eerder een raadpleging hebben gehad rondom het Chasséterrein. Ook daarbij ontbrak voor de burgers het financiële overzicht van de diverse plannen, en u weet welke woede en onbegrip er toen ontstond bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 559