12 NOVEMBER 1998 576 voor Brabant. Want hierdoor zal Brabant zowel de Randstad als Antwerpen sneller kunnen bezoeken. In het kader van het hele mobiliteitsvraagstuk is dat belangrijk. Op mobiliteit, en alles wat daar verder inzit, zoals ook Park en Pendel, zal bij het Verkeersplan worden teruggekomen. Het college heeft daarvan al een voorproeve gehad. Ik wil eindigen met de Haven, waarover de heer Van der Westerlaken sprak. Ik merk op dat het college bezig is met de ontwikkeling van de Oost/West-flank. Hierbij speelt het onderzoek Haven open. Waarop wij terecht komen, en misschien is dat daarvan een onderdeel, is water in de stad. Dat is het motto. En dan bedoel ik niet het water dat uit de hemel valt en zomaar lukraak door de stad stroomt, maar het water dat gericht in de haven stroomt. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Het is bijna ondenkbaar dat ik nog iets over woningbouw zal zeggen, na de uitvoerige opmerkingen die mijn voorgangster hierover heeft gemaakt. De heer SCHRODER Zij heeft niets gezegd. Zij is wel lang aan het woord geweest. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX U zegt dat, mijnheer Schroder, omdat het u niet allemaal naar wens is. Men noemt dat: een beetje uithalen. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik wil toch nog een zeer beperkte aanvulling daarop geven. Ik wil de raad wijzen op het feit dat ik elk jaar, als wij het woningbouwproductieprogramma bespreken, om mijn oren krijg vanwege het feit dat er toch weer niet genoeg is gebouwd. Daaruit blijkt, overigens in alle ernst, uw be zorgdheid voor voldoende huisvesting voor eenieder. Het zal dus nodig zijn dat wij ook de komende jaren bouwlocaties voorhanden houden, om de benodigde bouwstroom op te bouwen. Mevrouw Van Beusekom heeft al aangegeven dat faseringen op alle punten mogelijk zijn. Wat dat betreft zullen wij uiteraard met omzichtigheid te werk gaan. Dat hebben we ook steeds zo gezegd. Niemand bouwt voor leegstand, wij ook niet. Ik wil ook nog even opmerken dat de differentiatie, ook voor de VINEX-locaties, alle aandacht zal krijgen. U heeft daartoe besloten toen u de nota Volkshuisvesting vaststelde. Wij zijn ook gehouden om ons daarmee bezig te houden. Dat doen wij in allerlei opzichten. De heer SCHRODER Bij interruptie. Ik hoor de wethouder zeggen: óók voor de VINEX-locaties. Ik vraag u daarvan akte te willen nemen. Uw collega, mevrouw Van Beusekom, zegt altijd dat het uitsluitend om VINEX-locaties gaat. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik heb het niet over de 1/3, 1/3, 1/3-regeling. Ik heb het over de differentiatie. Differentiatie is iets wat je per wijk bekijkt. De 1/3-regeling is verankerd in het programakkoord, en ik denk dat de nieuwe programmaonderhandelingen mogelijk een moment zullen zijn om daarover te spreken, als de partijen daaraan behoefte hebben. Maar op dit moment wil ik dat niet ter discussie stellen. Met betrekking totonderwijs het volgende. De onderwijsvraagstukkenzijn recent uitvoerig in de commissie aan de orde geweest. Ik vind het plezierig dat u er in uw bijdrage terecht op wijst dat onderwijs past in een integrale benadering. Het stadsbestuur staat die voor. In dat opzicht kan het onderwijs een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van de sociale structuur van deze stad. Er zijn twee concrete vragen, een van Breda '97 met betrekking tot de problematiek rond de busbegeleiding voor het leerlingenvervoer. In de commissie spreken wij regelmatig daarover. Die problemen zijn zeer hardnekkig, alhoewel we op alle fronten op dit moment toch pogen om daar verlichting in te brengen. Mij hebben de laatste tijd geen concrete klachten meer bereikt, maar mochten ze er zijn, dan wil ik dat graag horen. D66 informeert naar de ontwikkelin gen over ICT in het primair onderwijs. Ik kan u daarover meedelen dat de stichting 27/11,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 576