12 NOVEMBER 1998 578 de vragen gesteld, waarbij wij een koppeling maken met het woningbehoefteonderzoek, want dat is cruciaal. Wij willen dat niet alleen laten afhangen van gegevens van het Rijk. Wij willen ook van dit college horen waarop de woningbehoefte is gestoeld, en dan heel duidelijk gespeci ficeerd naar de vraagkant en welke criteria daaraan ten grondslag liggen. De problematiek rondom de WVG en de zorggesprekken, en de opmerkingen die daarover zijn gemaakt houden ons ook bezig. Wij kunnen, in eerste instantie, akkoord gaan met de opmerkingen van het college. Anderzijds willen wij, zeker als het gaat om de WVG en zoals die de afgelopen jaren is gegroeid en mede in het licht van de 1 miljoen, zoals mevrouw Heerkens dat heeft gesteld, toch een opmerking maken als het gaat over een verhoging van de gemeentefondsuitkering. Ik verwijs daarvoor naar pagina 27 van de Nota van Aanbieding. Daarin staat duidelijk dat een verhoging van de gemeentefondsuitkering wellicht een mogelijkheid biedt voor structurele dekking van de Algemene bijstandswet. In de laatste zin staat: mocht voor 1999 van een verhoging van de rijksbij drage aan het gemeentefonds sprake zijn, dan zal deze eenmalig terugvloeien naar de algemene middelen. Dat is, denk ik, ook de opvatting van het college in casu van de wethouder Middelen. Je zou je kunnen voorstellen te overwegen, en daarover zou in de commissie kunnen worden gediscussieerd, om die middelen dan in de SAW-sfeer te labelen, met name in het kader van de discussie over de zorggesprekken en de WVG. Ik hoop dat het college hierop een rich tinggevend antwoord zal geven. De heer SCHRODER Mijnheer Adank, kunt u uitleggen waarom dat in de commissie moet gebeuren? Het lijkt mij goed om dat soort keuzes in een raadsdebat te maken. De heer ADANK Het college heeft heel duidelijk gemotiveerd aangegeven waarom het kiest voor de huidige systematiek in Breda. Wij staan onverkort achter de wijze waarop het college, in het kader van de verhoging van de gemeentefondsuitkering, met de Algemene bijstandswet wil omgaan. Die staat beschreven op pagina 27 van de Nota van Aanbieding. Wij vinden dat een uitstekende metho diek. Als die verhoging hoger uitvalt, maar daarvoor zul je het hele plaatje, dus én van de zorggesprekken én van de WVG, in beeld moeten hebben, dan kun je een andere Mevrouw HEERKENS Daar maak ik bezwaar tegen. Op zich gaat het bij de WVG om ander geld. Als je het hebt over de gevolgen van de Algemene bijstandswet dan is het zo, dat op dit moment de taakstelling van de Sociale Dienst ƒ1,1 miljoen is. Die wordt verhoogd naar 1,8 miljoen, en dat betekent dat de Sociale Dienst een minder groot aantal niet-wettelijke formatieplaatsen kan hanteren. Dat betekent dat u er dan voor kiest, om op dit moment de zorggesprekken voor die groep niet te voeren. Eigenlijk wil ik hiermee zeggen dat u in feite de behoedzaamheidsreserve wel selectief wil inzetten voor de OZB en niet selectief wil inzetten voor de Bredase minima. Als u zegt dat u hart heeft voor het sociale beleid, en ik denk dat dat ook het geval is, en dat uw vertegenwoordi gers vanuit de commissie SAW de problematiek in uw fractie ook duidelijk maken, dan daag ik u uit en durf ik een beroep op u te doen om dat hier te regelen. Wij vragen eenmalig geld van de behoedzaamheidsreserve, en ik denk dat zelfs de heer Dubbelman zich kan voorstellen dat dat toch een aardige dekking isWeliswaar minder fraai, maar we lopen toch geen verschrikke lijk grote risico's De VOORZITTER Wilt u het bij een interruptie houden, want dit is een complete beschouwing. U bent al in bijna vijf minuten uw bijdrage aan het leveren. Interrupties zijn interrupties en niet een hele beschouwing. De heer ADANK Mevrouw Heerkens, dat is juist de opmerking die wij maken. Wij vragen in die zin toch een handreiking te doen, om die twee knelpunten op te lossen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 578