12 NOVEMBER 1998 583 opmerking betreft de afvalstoffenheffing. Wij zouden ook een tussenvoorstel willen doen, en ik heb dat eigenlijk ook van andere fracties gehoord. Wij stellen voor om de discussie over de tarieven met betrekking tot de afvalstofheffing even uit de besluitvorming te halen, totdat uit de discussie in het Stadsgewest duidelijk wordt of die 1 miljoen wel of niet terugkomt. Op dit moment roept de een: 10,-- eruit en dan roepen wij weer: hoe zit het dan met de capaciteit van het tweede milieustation? Wij zeggen: dan moet je naar het hele pakket kijken en naar de milieuwinst. Is het niet verstandiger om een nieuw voorstel te doen, dus de besluitvorming hierover uit te stellen en de motie van Breda '97 aan te houden, in plaats van nu allerlei vreemde dingen te gaan doen? De heer VAN DER WESTERLAKEN Ik dank het college voor de beantwoording. De meeste vragen die wij hadden gesteld zijn naar tevredenheid beantwoord. Er resteren toch nog een paar vragen. Ik heb onder andere een vraag gesteld over de herschikking van de budgetten in het kader van het Buitenruimteplan. Ik heb daarover niets mogen vernemen. Ik heb ook nog een vraag gesteld over de plannen voor samenwerking tussen de drie grote welzijnsinstellingen. Ik ben in elk geval blij met het antwoord van wethouder Van Beusekom. Ik hoop dat we het over het water in Breda eens zullen worden, en ik hoop dat we het over hetzelfde hebben. Met betrekking tot de moties het volgende. Naar aanleiding van de motie inzake de tarieven voor het halen en brengen van het grof vuil merk ik op dat wij in de commissie uitvoerig daarover hebben gesproken. Nu hoor ik een aantal fracties zeggen: laten we er nog maar een keer over praten. Op zich heb ik daar niet zo'n moeite mee, maar ik vraag me af of er dan ook echt veel nieuwe zaken boven water komen. Voor ons blijft in elk geval duidelijk dat differentiatie en de vervuiler betaalt zware zaken zijn. Eigenlijk voelen wij helemaal niets voor ook nog een lastenverzwaring, want wij vinden die al bijzonder hoog. Als we er dan voor iedereen nog een lastenverzwaring bovenop leggen, dan vraag ik me af De heer SCHRODER Bij interruptie. Ik herinner mij dat de heer Van der Westerlaken zich in de commissie ook over het zwerfvuil ernstig zorgen maakte. Is dat ineens over, of De heer VAN DER WESTERLAKEN Neen, dat heeft u heel goed gehoord. Toen heb ik ook aan de wethouder gevraagd: hoe denkt u daarmee om te gaan? U zult zich het antwoord van de wethouder dan ook nog herinneren. Aan uw ogen te zien niet. Toch? U keek zo vragend naar mijn kant. De wethouder heeft daarop gezegdlaten we het experiment maar eens aanpakken en als het zwerfvuil nou werkelijk exorbitant hoog is, dan hebben we het experiment in elk geval gehad en dan kunnen we daarna maatregelen treffen. De heer SCHRODER En dat vindt u een consistent beleid? Doe maar een keer, en als het helemaal mis gaat dan De heer VAN DER WESTERLAKEN Neen, maar als je nooit ergens aan begint, dan kom je ook nooit een aantal stappen verder. Je moet dus het experiment aangaan om te weten wat de effecten zijn. Wij kunnen hier allemaal wel verklaringen afleggen over zwerfvuil, maar in mijn vorige gemeente hadden wij De heer VAN YPEREN Bij interruptie. In andere steden is dat al lang uitgeprobeerd, mijnheer Van der Westerlaken, en daar is zwerfvuil. De heer VAN DER WESTERLAKEN Dan moet u bij de wethouder zijn, hij is daarover begonnen. Ik kan u zeggen dat ik daarover wel verhalen lees, maar in hoeverre die overlast er is, wat dat kost, et cetera, daarin heb ik geen enkel inzicht. Ik denk dat de wethouder daarover veel meer kan vertellen dan ik. Over het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 583