12 NOVEMBER 1998 584 amendement en de motie over de WVG heeft de wethouder het een en ander gezegd, onder meer dat de dekking, die daarvoor wordt aangedragen, het grote probleem is. Ik kan hem daarin volgen. Mevrouw HEERKENS Dat kan ik me nog voorstellen, gezien de eerdere opmerkingen van D66 in de commissie Middelen. Aan de andere kant herinner ik me dat de heer Wildeboer, die tot uw steunfractie behoort, heel nadrukkelijk in de commissie SAW heeft gezegd dat hij grote moeite had met de bezuiniging op de WVG en in deze raad daarop terug zou komen. Ik hoor u alleen maar zeggen dat het moet en dat het allemaal jammer is en dat de dekking niet goed is. Komt u dan met een ander voorstel, want ook dat kan. Wat ik zojuist heb gezegd, is wel in de commissie SAW aangekondigd. Kunt u verklaren waarom dat nu hier niet boven tafel komt? De heer VAN DER WESTERLAKEN Als de dekking niet op een andere manier gebeurt dan zoals u die aangeeft, dan kunnen wij daar niet in meegaan. De heer SCHRODER Ik ben uitermate teleurgesteld met de inbreng van de heer Van der Westerlaken en zijn fractie. Als er financiële ruimte is, dan komt die uit de ruimte die de financiële middelen bieden, en als je nooit iets probeert dan kun je ook nooit iets uitvinden. Dat is ongeveer een samenvatting van zijn betoog. Ik had in ieder geval de wethouder van D66 altijd hoger staan, en ik hoop dat hij straks ook afstand neemt van dit soort globaliseringen. Voorzitter, over de orde van de vergadering wil ik eerst een opmerking maken. Ik neem afstand van de wijze waarop u de heer Boer het woord heeft ontnomen. Ik denk dat het Reglement van Orde daarvoor geen basis biedt. Dat geldt ook voor uw voorstel aan de raad om bepaalde opmerkingen uit de notulen te schrappen. Ik wil daaraan toevoegen dat dat een besluit van de raad zal moeten zijn. U heeft daarover geen raadsvoorstel geformuleerd. De raad heeft dat besluit dus niet genomen. Ik denk dat dat absoluut niet kan. Tegelijk wil ik nadrukkelijk afstand nemen van de woorden van de heer Boer, waar hij zich onheus en beledigend uit jegens ambtenaren van de gemeente Breda. Ik vind dat volstrekt ongepast en mijn fractie met mijTen aanzien van de flexibele budgetten, waarover is gesproken, het volgende. Wellicht dat de wethouder Financiën nog kort wil aangeven wat daarmee wordt bedoeld. Ik hoop dat de beantwoording als voldoende kan worden beschouwd, in die zin dat de wijken zich geen zorgen hoeven te maken over de inzet van de budgetten. Ten aanzien van het voorkeursbeleid het volgende. De enige overweging waarvan het college afstand neemt, is precies de overweging waar het in dit geval om draait. Want bij onze fractie bestaat sterk de indruk dat het college dat beleid onvoldoende serieus neemt. Sterker nog, met het schaamrood op de kaken geeft de wethouder Sociale Zaken in de commissie toe dat in sommige procedures te weinig aandacht daaraan is besteed. Kennelijk is daarover dus verschil van mening binnen het college zelf. Onze motie willen wij handhaven. Wethouder VAN RAAK Het schaamrood heb ik niet kunnen ontdekken. Het gewone rood dat bij een Partij van de Arbeid- wethouder hoort wel. De heer SCHRODER Het is altijd moeilijk om het onderscheid te zien. Ten aanzien van de WVG willen wij onze motie handhaven. Het is inderdaad een motie zonder dekking. Maar er zijn meer verhalen waarin geen of weinig dekking is te vinden, dan wel dekking die binnen de raad als onvoldoende wordt be schouwd. Onze insteek is: waar een politieke wil is, daar kan ook een weg worden gevonden. Wethouder VAN OS Vindt u dat nu niet van hetzelfde gehalte als waarvan u mijn fractie heeft beschuldigd?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 584