12 NOVEMBER 1998
587
De VOORZITTER
Door de heer Boer is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende
ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen.
De door de heer Boer, namens de fractie van de Parel van het Zuiden, ingediende motie luidt
als volgt:
MOTIE (5)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de Begroting 1999;
overwegende dat:
de begrotingsbehandeling altijd een moment is om stil te staan bij de politiek in het algemeen;
besluit:
de burgers van Breda in de toekomst eerlijker te behandelen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer VERPAALEN
Ik heb wethouder Oomen nog gevraagd naar een overzicht met betrekking tot de technische
activiteiten van de Mier, casu quo het niet functioneren van de Mier. Ik wil de heer Gielen de
extra kredieten in herinnering brengen, die zijn aangevraagd voor de nieuwe bibliotheek. Ik dacht
dat de laatste kredietaanvraag ging over de luchtbehandeling, omdat die nog altijd niet werkt.
Zo kun je altijd wel een aantal zaken verstoppen. Met betrekking tot de amendementen en de
moties het volgende. Beide amendementen van de PvdA zal ik niet steunen. De moties van
GroenLinks en die van Breda '97 zal ik wel steunen.
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, ik heb begrepen dat u aan het begin van de vergadering reeds heeft gemeld dat ik
later zou komen. Ik was tot ongeveer kwart voor tien afwezig vanwege een examen, dat heel
slecht was gepland. Ik hoop dat het eenmalig is geweest. Het kan zijn dat ik iets zeg wat al is
gezegd. Ik hoop dat u mij dat niet kwalijk neemt. Bij de SP geldt het gezegde: zonder onderzoek
geen recht van spreken. Toen ik de Begroting 1999 onder ogen kreeg ben ik de stad eens
doorgefietst, heb hier en daar aangebeld en gevraagd wat de mensen ervan vonden. Eigenlijk
kreeg ik 50 keer hetzelfde antwoord, op één keer na, want ik heb ook in Ruitersbos aangebeld
om een beetje een evenredige verdeling over de stad te krijgen en daar zei men: het maakt mij
allemaal niets uit, als de beurs maar niet instort, want dan zijn mijn aandelen niets meer waard.
De andere 49 keren kreeg ik toch wel min of meer hetzelfde antwoord, in de volgende zin:
mijnheer Kwisthout, u bent toch lid van de gemeenteraad? Ja, dat ben ik. Kunt u mij dan uitleggen
waarom de gemeente zoveel geld uitgeeft aan prestigeprojecten, zoals het heropenen van de Haven,
en waarom het in mijn buurt zo'n puinhoop is? Kunt u mij uitleggen, mijnheer Kwisthout, waarom
er wordt bezuinigd op de voorzieningen voor gehandicapten, en het Chassé Theater buiten schot
blijft? Waarom moeten wij 50,— aan afvalstoffenheffing extra betalen, en krijgen de rijken
extra geld terug via de OZB? Voorzitter, ik moest hen het antwoord schuldig blijven, maar ik