12 NOVEMBER 1998 594 Wethouder VAN RAAK Omdat de voorstellen met de nodige prioriteitsoverwegingen aan u zijn voorgelegd. Wethouder GIELEN Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Yperen van Breda '97 over de bekabeling van het buitengebied het volgende. Ik zal trachten hem gerust te stellen. Het uitgangspunt van het college is en blijft bekabeling van het buitengebied. Die zal gelijktijdig met de harmonisatie van de Casematarieven aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Uitgangspunt is ook dat wij op een zo kort mogelijke termijn gaan starten met de bekabeling van het volledige buitengebied. Ik denk dat u het met het college eens bent dat het weinig zinvol is om op de plaatsen waar bouwlocaties in ontwikkeling komen nu kilometers kabel te gaan trekken. Wij gaan ervan uit dat dat niet leidt tot vertraging van de bekabeling, maar wellicht tot een gefaseerde aanpak. In die zin is de opmerking over de VINEX-locaties verklaarbaar. In de richting van de SP-fractie het volgende. De motie rondom de grondprijzen vind ik wat al te kort door de bocht geformuleerd, als je zomaar even met een natte vinger in de lucht 20,bovenop de grondprijzen zet. U weet heel goed dat de grondprijs als zodanig een belangrijke vestigingsplaatsfactor is, en dat Breda op dat vlak, zeker regionaal gezien, aan de hoge kant zit, en dat uiteindelijk de grondexploitatie bepaalt op welk gebied welke grondprijs wordt gehanteerd. Ik kan u wel melden dat ten tijde van de begro tingsbehandeling in het college de opdracht in de richting van het Grondbedrijf is geformuleerd, om de discussie over de hoogte van de grondprijzen te gaan voeren, omdat ten aanzien van sommige plekken kan worden geconstateerd dat we aan de lage kant zitten. Maar deze motie wordt door het college ontraden. Wethouder OOMEN In de richting van de heer Van der Westerlaken, waar hij sprak over de herschikking van de budgetten in het Buitenruimteplan, het volgende. Ik kan u melden dat in de dienstbegroting hierop wordt ingegaan. Als ik me de discussie hierover goed herinner, gaat het hierbij om ongeveer 700.000,—. Via de dienstbegroting krijgt u hierin nog inzage. In de richting van de heer Verpaa- len het volgende. Ik begrijp niet hoe hij aan zijn informatie komt, ik weet niet wie u heeft gesproken, misschien uw kapper in de Haagse Beemden. Ik heb navraag gedaan, en de be trouwbaarheid van de Mier is zeer hoog. U sprak over een uitvalpercentage van meer dan 50% Bij de dienst is daarvan niets bekend, sterker nog, de betrouwbaarheid is nog groter dan van een normale vuilniswagen. Dat is de informatie die ik heb. Met betrekking tot het vaststellen van de afvalstoffenheffing is het college van oordeel dat wij de beraadslaging in december voort moeten zetten. Wij stellen voor om dit punt nu aan te houden. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Naar aanleiding van de vraag van D66 over water in de Haven merk ik op dat dat gecontroleerd water is, maar het is ook water in de stad. Zodra de gesprekken daarover vrijkomen, zult u ook begrijpen waarom. Als ik denk aan de discussies die ik met voornamelijk Breda '97 en ook het CDA heb gehad, dan zegt met name het CDA, maar ook de VVD en Breda '97 zeiden dat, dat we naast de kwantiteit vooral ook moeten letten op de kwaliteit, zoals we met elkaar hebben afgesproken. De heer Adank merkt op om eerst binnenstedelijk te bouwen. We hebben in de nota afgesproken om zowel binnenstedelijk als op de VINEX te bouwen, zodat dat steeds in evenwicht is en je ook geen ongecontroleerde toestanden krijgt. Niemand is voor leegstand, zo is gezegd. In deze discussie hoor ik GroenLinks wat stokerig rondgaan, en vooral aan de anderen vertellen hoe hautain ik ben. Ik vind het altijd prima als iemand zegt: ik vind je hautain. Maar ik vind het een beetje een laffe methode om dat bij de anderen neer te leggen. Daarnaast vind ik het ook De heer SCHRODER Kennelijk lezen wij dezelfde informatie als andere woordvoerders in deze raad, want meerdere woordvoerders hebben u met dat soort gegevens geconfronteerd. U stapt daar gewoon overheen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 594