26 NOVEMBER 1998
615
verve doen. We moeten niet bang zijn, we moeten ook durven. Uiteindelijk wint degene die durft
ook het meest. Wij hebben nog een heel groot achtergebied, wij hebben Tilburg en Eindhoven
als industriesteden. Wat ons betreft zal Breda zich moeten ontwikkelen tot een groot dienstverle
ningscentrum met veel kantoren. En de enige echte goede ruimte is het CSM-terrein. Wat wij
missen is de vlam in de pan wat betreft het sleutelproject. Als Den Haag op een gegeven moment
het hele gebied tot sleutelproject verklaart, dan moeten we ook durven en met plannen komen,
waarvan de uitstraling tot ver in 2050 voelbaar is. Wat we ook missen is het volgende. Over
de tunnelbak zijn wij hevig tekeer gegaan, zij het dat dit in de commissie wat fout werd begrepen.
Als we de tunnelbak nu aanleggen, agendapunt 259, dan blokkeren wij daarmee allerlei ontwikke
lingen in de toekomst. Wat ons betreft moet de HSL onder de grond gaan rijden, hij moet onder
de Mark door. Er moet een oplossing komen voor de weg bij
De VOORZITTER
We hebben het hier toch niet over de HSL, mijnheer Boer?
De heer BOER
Neen, wij hebben het over het sleutelproject. Natuurlijk heeft dat er allemaal mee te maken.
De VOORZITTER
Niet met de HSL.
De heer BOER
Ja, en met de shuttles en met alles, met het hele spoorzonegebied.
De VOORZITTER
De HSL is nu niet aan de orde.
De heer BOER
Dat is nu het hokjesverhaal, waardoor wij elke keer de boot missen. We nemen een beslissing
op dit hokje en daardoor kunnen we in andere hokjes geen beslissingen meer nemen. Het hangt
allemaal aan elkaar vast. Dat is wat wij missen: een grootse visie. Dat hebben wij afgelopen
dinsdag ook verwoord bij de visie over Breda. Het is een grootse visie, waarvan je een beetje
warm wordt. Wij worden hier absoluut niet warm van.
Wethouder GIELEN
Aan de orde is, voor alle duidelijkheid, in de richting van de heer Boer, een krediet om de zaken
te gaan voorbereiden rondom het feit dat Breda sleutelproject is geworden. Als zodanig beschouw
ik de opmerkingen van diverse fracties, die inhoudelijk op dit voorstel zijn ingegaan, als
waardevolle bijdragen. Ik zal maar meteen ingaan op de motie van GroenLinks. Deze zou ik
namens het college willen ontraden, daar waar als uitgangspunt een beperktere groei wordt
geformuleerd. Ik kan deze nergens tegen afzetten. Aan de orde is hier het voorbereidingskrediet
om de zaken te gaan voorbereiden. Er is nog geen uitgangspunt om een beperktere groei ergens
mee te vergelijken. Dat is voor mij wat lastig. Ik wil de discussie rondom het sleutelproject
nergens mee belasten. Hooguit vanuit het uitgangspunt dat wij gaarne met de ministeries rond
de tafel willen gaan zitten om hiervan een succes te gaan maken. En in welke vorm dat dan
uiteindelijk moet zijn, dat zal in goed overleg met de ministeries tot stand moeten gaan komen.
Rekening houdend met woonfuncties, kantorenfuncties, mobiliteit en dat soort vraagstukken,
en natuurlijk met als uitgangspunt dat daarbij externe deskundigheid is gewenst. Sterker nog,
het ministerie eist van ons dat wij externe deskundigheid inhuren. Omdat ze eenduidigheid willen
bij de zes sleutelprojecten, wensen ze eenduidigheid in de rapportages. Of dat uiteindelijk ook
een extern projectmanagement zal moeten worden, is voor mij nog maar de vraag, omdat
uiteindelijk bij het programmamanagement van de dienst RME een van onderwerpen is: het zui
delijk vervoerknooppunt. Mocht echter op welke wijze dan ook blijken dat er onvoldoende
capaciteit is voor dit traject, dan wordt per direct externe deskundigheid daarvoor ingehuurd.