26 NOVEMBER 1998 632 het meest voordoet in Breda, door de burgemeester meteen tot actie wordt overgegaan, zodra hij constateert dat er in drugs wordt gehandeld, hetzij hard of softdrugs en zowel in de droge als de natte horeca. Voor wat betreft De heer BOER Even ter interruptie. Ik zal het maar één keer doen, dan hoeft het niet zo lang te worden De heer TAKS Houd het bij één keer, mijnheer Boer. Ik zou het erg op prijs stellen, als u het bij een keer laat. De heer BOER Mijnheer Taks, u doet naar mijn mening hetzelfde als het CDA: geen onderscheid maken tussen hard- en softdrugs. Is dat het VVD-standpunt? De heer TAKS Dat is niet het VVD-standpunt, mijnheer Boer. En als u goed had geluisterd de vorige keer in de commissie, dan zou u hebben begrepen dat dat inderdaad niet ons standpunt is. Er wordt zowel tegen hard- en softdrugs opgetreden, als die worden verhandeld of gebruikt in de natte en de droge horeca. Dat is algemeen regime, justitieel en bestuurlijk. De heer BOER Ook in uw eerdere tekst over criminaliteit, gooide u het op drugs, zonder daarin onderscheid te maken. De heer TAKS Ik maak wel onderscheid. Als u even luistert, dan kunt u direct zien waar ik onderscheid maak. Ik maak een onderscheid bij het fenomeen koffieshops, mijnheer Boer. Dat had u ook begrepen vorige week. Dat heeft de VVD door de jaren heen gedaan. Voor wat betreft de koffieshops, voorzitter, wordt het beleid voortgezet maar wel in een aangescherpte vorm. Dat heeft onze instemming. De koffieshops zien wij als een uitstekend instrument om de overlast binnen aanvaardbare grenzen te houden en als een uitstekend instrument om de markt van de hard- en de softdrugs gescheiden te houden. En dat is in het belang van de volksgezondheid. Ik heb het vorige week gezegd, ik heb het twee jaar geleden gezegd en nu zeg ik het weer. De heer Boer heeft het nu misschien wél begrepen. Ik wil nog even een opmerking maken naar aanleiding van de commissievergadering van vorige week. Daar heb ik twee punten genoemd waarop wij dui delijke wensen hadden. Die punten hebben tot een tekstwijziging geleid. U doet nader onderzoek naar de positie van de alcoholschenkende koffieshops, de twee die er zijn in Breda en die geen overlast veroorzaken, en naar het sluitingsuur, dat wel eens zou kunnen afwijken van 23.00 uur. Dat onderzoek, dat u heeft toegezegd, zouden wij toch wel graag binnen een redelijke termijn afgerond willen zien. Kunt u enige indicatie geven over de termijn? Er moet snel duidelijkheid komen. De heer ROPS In de commissie is lang gesproken over het drugsbeleid in Breda, dat een gedoogbeleid is. Breda '97 gaat akkoord met het voorstel dat nu voor ons ligt, een voorstel waarin u ten eerste stelt, dat van de twee bestaande alcoholschenkende koffieshops wordt onderzocht of er een uitsterfbeleid kan worden gevoerd, of om zo een scheiding te krijgen van verkoop van alcohol en drugs. Ten tweede wordt er bestudeerd of er maatwerk mogelijk is, shops die na 23.00 uur nog open zijn, of dat u ervoor kiest om alle koffieshops om 23.00 uur te sluiten, met een overgangstermijn van 6 maanden. Breda '97 benadrukt nog steeds de naleving van dit voorstel, dus minstens een keer per kwartaal controle, vooral op de leeftijdsgrens die u stelt, verhoogd van 16 naar 18 jaar. Ook vragen wij dringend om preventieve maatregelen, voorlichting op scholen, te beginnen bij groep 7 en 8 van het basisonderwijs, en het begin van het voortgezet onderwijs. Niet alleen over softdrugs maar ook wat het roken betreft, de drank en het gokken. Wanneer mogen we dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 632