26 NOVEMBER 1998 639 vragen om eens met hele duidelijke richtlijnen te komen van wat wel mag en wat niet mag. Mag een aansteker met het logo van de koffieshop wel, of mag dat niet? Mag een aansteker met het logo van een hasjplant wel of niet? Waar liggen die grenscriteria? Het is heel belangrijk voor koffieshophouders om duidelijkheid te hebben over wat wel mag en wat niet mag. Als laatste, en daarmee wil ik afsluiten, heb ik het ook nog gehad over het vignet, dat mogelijkerwijs bij gedoogde koffieshops kan worden gebruikt, met als aanduiding dat het hier een gedoogde koffies hop betreft. Hierbij wil ik het laten. De heer VERPAALEN Nu het voorstel enigszins is gewijzigd kan ik mij ermee verenigen. Over de motie van de Parel van het Zuiden, waarin wordt gevraagd om een drugsnota over harddrugs, kan ik alleen maar zeggen: harddrugs is geen gemeentebeleid, dat is beleid van het Openbaar Ministerie en daarmee heeft de gemeente niets te maken. De VOORZITTER Dan ga ik over tot de beantwoording. Ik denk dat ik niet zo heel erg veel tijd nodig heb, want iedereen vroeg ongeveer: wanneer komt u op die punten terug. De bedoeling is om dat in de commissie van 8 december al te doen. Ik ben daarmee al bezig en ik denk dat ik vrij snel de antwoorden op de openliggende vraagstukken zal hebben, dus daarop kom ik op 8 december terug. De heer Adank vraagt naar het regionaal overleg. Dat is ook uitgezet. Wij hebben 9 december, of een van die dagen, dat overleg al gepland. Daarvoor is een datum vastgelegd. Dat betekent dat ik met de burgemeesters van die gemeenten overleg pleeg en hoop dat daar iets uit komt, want daar ging het ook om, dacht ik. De heer Rops spreekt over controle en preventieve maat regelen. Ik kan u mededelen dat de controle op de koffieshops een structurele is, deze is ook intensief, maar ook weer niet zodanig dat men bezig is ze weg te controleren. Dat laatste gebeurt natuurlijk niet, want dan zouden we een heel ander beleid moeten voeren. Het is wel een fatsoenlijke controle. Over de wijze waarop dat gebeurt hebben wij indertijd met de koffieshophou ders gesproken, en dat is, denk ik, vrij goed geregeld. De heer Schroder had graag, wanneer dit op 8 december niet gevolgd gaat worden omdat ik dat bijvoorbeeld met de partners niet zou kunnen rondkrijgen, de negatieve aspecten die daarvan het gevolg zijn op papier gehad. Als aan die voorwaarden wordt voldaan zal ik proberen dat op papier te krijgen. Wij zullen in ieder geval met elkaar erover kunnen praten. Het punt van de concentratie is door sommigen genoemd. Het is een duidelijke keuze en ik voelde in de commissie onlangs dat dat wel draagvlak had bij de meeste partijen. Dan denk ik dat we het voorstel op dit punt maar zouden moeten volgen. De heer Boer heeft nogal wat aspecten aan de orde gesteld, die ook in de commissie zijn besproken. Daarop heb ik toen ook gewezen. Wethouder Van Raak zal wellicht met name op de harddrugs onderdelen ingaan. Wat de moties betreft moet ik u zeggen dat de motie waar het gaat om alle burgers van Breda koffieshophouder of zoiets te laten worden, of een dealer in elke woning De heer BOER Neen, dat staat er niet. De VOORZITTER dat de burgers van Breda vrij zijn elke soort handel in hun woonhuis te beginnen, dus De heer BOER Dat kan dus ook die kaas en ook die groente zijn, want daar gaat het dus om. Daaraan kunt u dan ook niets doen. Het ging dus niet om de drugs. De VOORZITTER Laat mij nu eens uitleggen wat u schrijft. De heer BOER Neen, u probeert het belachelijk te maken, daartegen verzet ik mij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 639