17 DECEMBER 1998
648
J. DE WERD (VVD), J.C. VAN DER WESTERLAKEN (D66), DJ. WILDEMAN (CDA),
P. VAN YPEREN (BREDA '97), B. OUWERKERK, SECRETARIS.
AFWEZIG: DE HEREN J.C. A.M. GIELEN (CDA), WETHOUDER; C.H. KRUITHOF (WD).
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur.
De VOORZITTER
Ik heet u van harte welkom. Ik wil graag op tijd beginnen, want we hebben een forse agenda
en er hebben zich nogal wat sprekers gemeld. Ik denk dat we moeten proberen om toch een beetje
strak te vergaderen, teneinde de vergadering op tijd te kunnen afronden. Ik kan u beloven dat
er na afloop van de vergadering een kerstpakket beneden voor u klaarligt. De heer Gielen zal
vanavond de vergadering niet bijwonen. Hij is op dit moment in Den Haag bij minister Van Boxtel
voor het ondertekenen van het convenant Grotestedenbeleid.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN
DE GEMEENTE BREDA OP 12 NOVEMBER 1998.
De heer COPPENS
Afgelopen maandag heb ik, naar aanleiding van de behandeling van de Managementrapportage
van de dienst SAW, gesproken over het inzetten van een deel van de 600.000,-- bijzondere
bijstand, dat voor 1998 over was, ten behoeve van de zorggesprekken in 1999. De wethouder
heeft toen geantwoord dat hij die zaak had besproken en ter kennisname had gebracht van het
college. Ik heb er de notulen nog eens op nageslagen. Gebleken is dat de wethouder toen heeft
gezegd dat we na de vaststelling van de Jaarrekening 1998 in 1999 zouden bekijken of er wel
of geen middelen resteren. Dat is iets anders dan datgene wat in de Marap staat. Ik vraag u
daarover nog eens te willen nadenken, en dan hoor ik het te zijner tijd wel van u.
De heer SCHRODER
Voorzitter, op pagina 561 van de notulen doet u het voorstel aan de raad om een aantal uitlatingen
van de heer Boer te schrappen. Bij het nalezen van de notulen kan ik de gewraakte uitlatingen
niet meer terugvinden. Ook vind ik de tekst, daar waar u ingrijpt, niet meer begrijpelijk. Ik heb
de indruk dat er stukken tekst zijn geschrapt. Kunt u dat wel of niet bevestigen?
De VOORZITTER
Ja, dat kan ik bevestigen.
De heer SCHRODER
Ik denk dat dat een onjuiste gang van zaken is. Naar mijn mening is het bij het opstellen van
raadsnotulen niet de bedoeling om de geschiedenis te herschrijven op een manier zoals die
geschiedenis niet in elkaar heeft gezeten. Ik vind dat een verkeerde methodiek. Ik vind het juist
dat u een poging heeft gedaan om uw afkeuring uit te spreken over bepaalde uitlatingen van het
betreffende raadslid, maar ik vind het niet juist om die dan uit de notulen te schrappen. Ik heb
al gezegd dat wij de notulen op deze manier onbegrijpelijk vinden. Met name het ingrijpen door
wethouder Van Os en door u, voorzitter, wordt volstrekt onbegrijpelijk en onleesbaar. Wij zullen
derhalve niet instemmen met het vaststellen van de notulen.
De heer LEUNISSE
Ten aanzien van agendapunt I. kunnen wij ons aansluiten bij de vorige spreker. Wij zijn het ook
absoluut niet eens met de vaststelling van de notulen.
Wethouder VAN RAAK
Ik zoek momenteel naar de tekst, mijnheer Coppens, maar ik kan de pagina niet vinden. Er kan
onmogelijk over 600.000,-- zijn gesproken, omdat dat een indicatie is die pas bij de laatste