17 DECEMBER 1998 661 Wethouder OOMEN Ja. De heer AD ANK Prima. Wethouder OOMEN Dat betekent dat er wat dat betreft geen trendbreuk is, want dat zou een afwijking van het door de raad vastgestelde bestaand beleid inhouden, en de raad zou dan een nieuwe uitspraak moeten doen. Ik ben het op dat punt volledig met u eens en er is daarover absoluut geen verschil van mening. Het gaat hier om een belangrijk stuk uitvoering. Over de bezoekerspas, waarover diverse partijen hebben gesproken, het volgende. De raad heeft voor de bezoekerspas gekozen en er wordt voortvarend aan gewerkt. Ik zal een uiterste poging doen om in januari heel ver daarmee te komen. Maar sta mij wel toe dat ik dat niet op een week kan zeggen, want het is een behoorlijke klus om dat heel zorgvuldig in te voeren. De heer Boer stelt voor om eens in andere gemeentes te gaan kijken, maar, mijnheer Boer, wij houden niet van spieken, wij proberen het examen zelf te doen. De heer BOER U bent altijd veel te eerlijk geweest. Wethouder OOMEN Dat is juist, ik ben veel te eerlijk, en soms speelt mij dat parten. Maar dat neem ik op de koop toe. Vandaar dat ik misschien altijd in deze raad zal blijven, en nooit richting Tweede Kamer kom. Mevrouw Van Weezei heeft een naar woord uitgesproken. Zij heeft het over een nalatenschap. Dat roept bij mij hele vreemde associaties op, waarover ik niet graag wil spreken. Ik vind nalatenschap niet het goede woord. Ik kan u wel zeggen dat met de nalatenschap die wethouder Oomen achterlaat de volgende bestuurder, die hem opvolgt, goed uit de voeten zal kunnen. Dat garandeer ik u. Het is een nalatenschap, gebaseerd op de uitgangspunten die zijn vastgesteld door de raad. De heer SCHRODER Voorzitter, gaat de wethouder ons verlaten? Ik begrijp dat hij afscheid aan het nemen is. De heer VAN DER HULST Het is alleen nog niet bekend wanneer. Wethouder OOMEN Dat blijft voor ons allen een vraag. De VOORZITTER 3 maart is een moment van bezinning. Wethouder OOMEN D66 heeft gesproken over de indexering. Ook in het college is daarover gesproken. Wij hebben de indexering toegepast, in die zin dat wij de indexering van 2,1 op de totale parkeerinkomsten hebben losgelaten, en dan kom je op ongeveer 300.000,— uit. Wij hebben gekeken waar wij dat bedrag het best kunnen neerleggen. Het college is tot het besluit gekomen dat je dat in de huidige context het best kunt neerleggen bij de nachttarieven. Vandaar dat is afgesproken om die te verhogen zoals is voorgesteld. GroenLinks vroeg naar het parkeer en pendelsysteem in relatie tot het bouwen van parkeergarages. Ik heb u niets meer en niets minder gezegd, en ik herhaal: zolang er nog voldoende parkeerruimte is in de binnenstad, staat het parkeer en pendelsysteem onder druk. Het is niet zo dat het college daarmee niet verder wil gaan, het college gaat wel verder met parkeer en pendel, maar dan op een bescheiden wijze. Ik denk dat dit de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 661