17 DECEMBER 1998
zichtbaar. Ik denk dan onder andere aan de ontwikkelingslocaties in het buitengebied, het gegeven
dat er een Westtangent is aangelegd vlak langs een milieuvriendelijke wijk, die meer naar het
westen had gekund, en de plannen die eraan komen met betrekking tot het Chasséveld. Ik refereer
nog aan de discussie over het niet daadwerkelijk invoeren van parkeer en pendel, het achterwege
blijven van een goede planvorming omtrent het fietspadennet, openbaar vervoer en de kwestie
Hasselt, die ook in de commissie al naar voren is gebracht. Waarom wordt er niet meer gericht
gekeken naar de mogelijkheden in dat opzicht? Een ander punt van kritiek van onze fractie is
de zichtbaarheid van het milieubeleid. De wethouder heeft gezegd dat er integratie van het
milieubeleid in andere beleidsvelden moet plaatsvinden. Wij zijn van mening dat het milieubeleid
de afgelopen jaren een beetje is ondergesneeuwd. Er is ook een vrij gering budget voor. En dat
leidt, naar onze mening, tot een druk op het punt handhaving. Als er ten aanzien van de
handhaving een adequaat uitvoeringsniveau nodig is, dan staat dat onder druk, ook vanwege het
budget. Wij hebben daarmee grote problemen. Een aantal milieuorganisaties heeft op het
Milieubeleidsplan commentaar geleverd. Daarover is een nota van commentaar gekomen. Niet
al het commentaar is in die nota opgenomen. Het is in dat opzicht frappant dat er toch een vrij
goed onderbouwde reactie op het Milieuprogramma 1999 van De Groene Koepel is, die ook aan
de raadsleden is toegestuurd. Eén van de opmerkingen die De Groene Koepel heeft gemaakt is:
wij zien de wethouder zo weinig. De wethouder heeft zelf in de commissie naar voren gebracht:
ik ben de best geparafraseerde, ik ben de best verrijdbare wethouder van Breda.
De heer AD ANK
Bij interruptie. Dat is misschien de opvatting van de heer Garritsen van De Groene Koepel. Maar
als ik de adviezen, zoals die in de motivering van het college staan, lees, en zoals die ook duidelijk
zijn geworden in de commissie, dan constateer ik dat er toch een aantal milieugroepering uiterst
positief is over het Milieuprogramma. Daarom vind ik dit wel erg kort door de bocht en ook
heel smal gedacht.
De heer DE ROOS
Ik denk dat dan toch de nota van commentaar niet goed is gelezen, want daarin wordt toch forse
kritiek geuit. Klaarblijkelijkis daar overheen gelezen. Door De Groene Koepel wordt uitdrukkelijk
gesteld dat de wethouder wat vaker zijn gezicht zou moeten laten zien in het overleg met het
platform van de gezamenlijke natuur- en milieugroepen. Hierop wil ik graag de reactie van de
wethouder horen.
De heer KWISTHOUT
Het Milieuprogramma kenmerkt zich, wat ons betreft, vooral door zaken die er niet in staan.
De vorige spreker heeft zojuist al het een en ander daarover gezegd. Ik mis bijvoorbeeld een
steekhoudend algemeen beleid om het vervoer in en naar de binnenstad terug te dringen, ik mis
een beleid hoe men moet omgaan met milieuvervuilende bedrijven, met de sanering van vervuilde
terreinen et cetera. Wat ons betreft is het Milieuprogramma te mager.
De heer BOER
Wij vinden het positief dat er 350.000,-- en daarmee in totaal toch 1 miljoen wordt
gegenereerd. Wij vinden dat een kwestie van creatief omgaan met weinig geld, en dat is een goede
zaak. In de commissie hebben wij reeds gezegd dat wij het mondiale verband missen. Wij leven
in Breda niet op een eiland. Er is met het milieu veel meer aan de hand. Wil je daar goed zicht
op hebben, dan zul je dat op een gegeven moment ook in een mondiaal verband moeten zien.
Om het plaatselijke effect te bepalen hebben wij naar een C02 balans gevraagd.
Wethouder OOMEN
Ondanks het feit dat ik niet de indruk heb dat dit college een Milieuprogramma kan presenteren
dat acceptabel is voor GroenLinks, want ik denk dat er, wat we ook schrijven, altijd kritiek op
zal komen, heb ik er toch behoefte aan om in de richting van GroenLinks een aantal zaken te
melden die worden uitgevoerd. De persoonlijke kritiek, dat ik als wethouder Oomen niet zichtbaar
668