17 DECEMBER 1998 675 wenst. U stelt dat onder andere de besluitvorming hierover nog niet heeft plaatsgevonden door de top van Rijkswaterstaat. Voor Breda '97 is nog niet overtuigend bewezen dat dubbellaags ZOAB geen extra mogelijkheden biedt. Wij stellen het college voor Rijkswaterstaat te verzoeken, zoals wij dat zojuist ook van de VVD hebben gehoord, in samenwerking met de gemeente Breda een proefvak over de lengte van de wal op de A27 aan te leggen, en de definitieve hoogte van de wal te bepalen op het moment dat de ervaringen zijn waargenomen. Dit werkt namelijk naar twee kanten. Immers, de burgers van Bavel profiteren hiervan ook. Dat moet nu, en dus niet over tien jaar, als plotseling blijkt dat het verkeer behoorlijk is toegenomen. Neen, dan is die tijd verloren tijd, we moeten er nu van profiteren. In Roosendaal is dat niet anders opgepakt. En dat heeft geleid tot een wal van 10 tot 12 meter. Uw antwoorden op onze vragen over dit onderwerp zijn niet van dien aard dat verder onderzoek niet op zijn plaats zou zijn. Nog steeds staat er een vraagteken bij het resultaat van dubbellaags ZOAB. Wij zullen dan ook een motie indienen, waarbij wij het college verzoeken de mogelijkheden die dubbellaags ZOAB biedt uitputtend te onderzoeken. De bedoeling daarvan is op de eerste plaats een antwoord te krijgen op de vraag of dit kan leiden tot een eventuele verlaging van de hoogte van de wal, reeds bij de aanleg daarvan. Op de tweede plaats: als daarvan sprake is, betekent dat duidelijk een kostenverlaging en winst in de tijd van de aanleg. Ten derde, en dat is niet het minst belangrijke argument: de bewoners aan beide zijden van de rijksweg hebben dan nu al voordelen van de eventuele geluidsreductie, dus vandaag en niet over tien jaarOns commentaar op de behandeling van de verschillende bezwaren die zijn ingediend, en dat wij reeds in de commissievergadering hebben geuit, blijft gedeeltelijk overeind. De fout is erkend dat niet bij alle belanghebbenden een uitnodiging voor een informatieavond in de bus is gevallen. De opmerking dat er toch voldoende mensen op die avond aanwezig waren en er voldoende bezwaarschriften zijn ingediend, alsmede dat u onder andere op grond daarvan de bezwaren ongegrond verklaarde delen wij niet. Ook de bedenkingen die zijn gericht op de volgende fase volgens de besluiten over hoe de wal wordt aangelegd, hoe het zand daar op die plaats terechtkomt en hoe we omgaan met de problemen van de molen vragen onze aandacht. Ook de heer Adank vraagt daarnaar. De heer ADANK Bij interruptie. Ik vind het vervelend, maar al die vragen zijn gisteravond uitgebreid gedurende drieënhalf uur in extenso aan de orde geweest. De heer VAN YPEREN Dat is prima, maar u heeft ook aangegeven dat u daarover nadere berichtgeving krijgt. En daarop doelen wij ook, mijnheer Adank, en niet anders. De heer ADANK Akkoord. Maar u vraagt in dezen een voorkeursbehandeling, mijnheer Van Yperen. Ik denk dat wij gelijk zijn opgetrokken en dat de beantwoording in dezen ook gelijk kan worden ge ïnterpreteerd. En nu ontstaat er een uitzonderingspositie. Wij hebben daaraan absoluut geen behoefte. Maar wij horen straks graag het antwoord van het college. De heer VAN YPEREN Tot slot nog het volgende. Er zijn 88 bezwaren ingediend en dat bewijst dat de wal leeft in Breda. Dat vergt een zorgvuldige en uitputtende afweging van belangen. Vandaag doen wij weer een stap in de richting van de realisering van een noodzakelijke bouwlocatie. De motie die wij indienen heeft zeker niet de bedoeling die gewenste bouwproductie te frustreren, maar maakt wel duidelijk dat er alles aan moet worden gedaan om de bezwaren van onze burgers serieus te nemen. De VOORZITTER Door de heer Van Yperen is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Van Yperen, namens de fractie van Breda '97, ingediende motie luidt als volgt: ti

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 675