17 DECEMBER 1998 Echter, het ordevoorstel is niet aangenomen en het geagendeerde voorstel ligt nu ter bespreking voor. Wij hebben hierover lang gediscussieerd. Wij hebben de belangen tegen elkaar afgewogen en zijn tot de conclusie gekomen dat wij het dermate belangrijk vinden dat er voldoende woningbouw komt in Breda, ook op die locatie, en vooral ook voldoende sociale woningbouw, dat wij uiteindelijk ons fiat geven aan dit raadsvoorstel, zij het niet juichend, maar wel omdat het noodzakelijk is dat er in Breda woningen worden gebouwd. De heer VERPAALEN Wij hebben gisteren een uur lang mogen kijken naar het verkooppraatje over de wal van 15 meter. Er is onder andere een mooi lijstje gepresenteerd met de verwachte groei van het aantal auto's en dergelijke. Zulke staatjes kunnen waarde hebben, maar dan moet je wel weten wat daarvan de uitgangspunten zijn. Er is gisteren niet medegedeeld dat er nog een andere vorm van openbaar vervoer komt, namelijk de HSL. Daarmee is totaal geen rekening gehouden, terwijl Breda op een ander moment schermt met het feit dat de HSL zo ontzettend belangrijk is. De mobiliteit, dus het aantal auto's dat eventueel langs Breda rijdt, zal, rekening houdend met de HSL, tot een ander plaatje leiden, en het zal dan om die reden niet nodig zijn dat de wal zo hoog wordt. Maar dat is een kwestie van selectief gebruiken van cijfers. De heer AD ANK Bij interruptie. Nu gaat Breda Vooruit toch echt achteruit in plaats van vooruit, want het was geen verkoopverhaal. Met die kwalificatie hadden wij gisteren ook al problemen. Het was een poging om goede antwoorden te geven op vragen die door een aantal fracties, niet door Breda Vooruit, waren gesteld. Dat is iets anders dan een verkoopverhaal. De heer VERPAALEN Mijnheer Adank, dat is uw beleveniswereld. Mijn beleveniswereld is anders. De heer ADANK Wij denken ook wat ruimer. De heer VERPAALEN Vandaar dat het CDA tegenwoordig telkens ruimte vraagt voor het lokaal gebruik, of heet dat provinciaal beleid? Bij de besluitvorming wordt voortdurend vergeten dat Bavel bestaat. Maar Bavel bestaat. En de nieuwe locatie wordt ontwikkeld. Dan hoort het, naar de mening van Breda Vooruit, zo te zijn datje, als je een nieuwe locatie ontwikkelt, rekening houdt met de bestaande locatie, in dit geval Bavel. Als nu blijkt, na alle berekeningen, dat een nieuwe locatie alleen maar kan worden ontwikkeld ten nadele van Bavel, dan is de enige conclusie dat de locatie verkeerd is gekozen en dat we ofwel een andere locatie moeten kiezen dan wel deze locatie moeten handhaven, maar dan totaal anders moeten inrichten met veel minder woningen. Een volgend bezwaar, want de bezwaren die door de inwoners van Bavel zijn ingebracht acht ik alle gegrond, is dat wij voortdurend roepen dat de grond in Breda schaars is. Maar als voor deze wal van 1.500 meter lang en 80 meter breed één hectare onnodig wordt gebruikt, kunnen we beter zolang mogelijk wachten met het oprichten van die wal, want wellicht zijn er te zijner tijd nieuwe technieken. Ik ben tegen het voorstel en ik zal, om de zaak zoveel mogelijk te vertragen, de motie van Breda '97 steunen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Er zijn niet bijzonder veel vragen gesteld. Het zijn beschouwingen over de totstandkoming. De ene keer spreekt men grote waardering uit en de andere keer is men wat minder positief hierover. De belangrijkste vraag heeft betrekking op het ZOAB. De motie van Breda '97 is toch van een heel andere orde dan de algemene vraag, die zich gisteren ook voordeed, of het college zijn best zou willen doen om, daar waar mogelijk, aan te dringen bij Rijkswaterstaat om dat gedeelte van de weg van een proefVak te voorzien. Ik denk dat op die vraag nooit negatief kan worden gereageerd. Het is het vragen waard. Echter, ik heb ook gezegd: we moeten ons daarmee ook 680

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 680