17 DECEMBER 1998 niet al te blij maken. We weten dat de onderhoudsbudgetten bijzonder laag zijn, en Rijkswaterstaat heeft gezegd dat hij de eerste jaren niet van plan is daar iets aan te doen. Desalniettemin denk ik dat aandringen altijd het proberen waard is. Dat is mijn antwoord in de richting van de heer De Werd en anderen die daarnaar hebben gevraagd. De motie daarentegen gaat uit van toch weer terug naar 10 of 12 meter en dan stap voor stap opbouwen. Ik ontraad die motie in sterke mate. De nodige voorlichting hierover is absoluut gegeven, maar ik denk dat de bevruchtende discussie soms aan iemand voorbij is gegaan. Dat kan zich wreken. Ik denk dat dat in dit geval ook zo heeft plaatsgevonden. Diverse sprekers zijn ingegaan op de molen. Daarover is gezegd dat, naarmate de tijd voortschrijdt, wij de tijd hebben om daarnaar te kijken. Natuurlijk zullen wij zo goed mogelijk daarmee omgaan, want ik denk dat dat ook meerdere belangen kan dienen. Een draaiboek is toegezegd, en dat heeft ook alles te maken met de zandtransporten. Bekeken moet worden hoe die het veiligst kunnen plaatsvinden. Er is gisteren ook uitgelegd dat er wordt gestreefd naar zowel een op- als een afrit, zodat de wijk zoveel mogelijk wordt ontlast. De vragen over hoe zich dat verspreidt en hoe je het andere verkeer kunt weren zijn gisteren ook beantwoord, en ik wil het daarbij laten. De heer De Werd heeft vanavond, en in feite heeft gisteren iedereen dat gedaan, aangedrongen op dubbellaags ZOAB. Ik vind het het toezeggen waard om daarnaar te kijken. De vraag van de heer Adank met betrekking tot een andere benaming voor de wal heb ik geïnventariseerd. De woorden die zijn genoemd zijn: ecologische heuvels, groene accenten is, naar ik meen, gisteravond genoemd, er is gesproken over een elegant bufferlichaam en de laatste binnenkomer is van de publieke tribune en daar dringt men aan op de wallendiven. Ik laat alles voor wat het waard is. U ziet, er zijn mogelijkheden te over. Ten aanzien van het ZOAB is er gisteren duidelijk uitgelegd dat we er alles aan zullen en moeten doen, en het beleid is al jaren daarop gericht, om de groei van het autogebruik terug te dringen. Desondanks is nu berekend, en wij doen dat allemaal uit ons hoofd, dat daar een zo grote toename is, dat de wal nu toereikend is om dat op te vangen, maar ook niets meer. Ook staat in het TNO-rapport, en ik weet zeker dat dat ook bij de voorlichting is gegeven, dat in deze specifieke situatie dubbellaags ZOAB nauwelijks een verlaging oplevert. Maar ik ga er wel naar vragen. Echter, als dat leidt tot een verlaging, dan is dat centimeterwerk. Met betrekking tot de motie merk ik nogmaals op dat ik daarvoor niet warmloop, want ik begrijp echt niet waarom die, na alle uitleg, nog nodig is. Verder komen, ook bij de heer Van Yperen, die 88 bezwaren alsmaar om de hoek kijken. Maar ik denk dat een aantal fracties destijds ook moeiteloos heeft ingestemd met het voorstel over de Heilig Hartkerk aan de Baronielaan, waarop bijvoorbeeld 132 bezwaren kwamen. Het gaat dus om het onderwerp. En als u zegt: het onderwerp leeft, dan kan ik dat alleen maar beamen, want het onderwerp leeft zeker, maar dat doet de Heilig Hartkerk ook, en desondanks doe je afwegingen. Dus ik blijf dat niet steeds hét bezwaar vinden. De heer BOER Bij interruptie. Wat bedoelt u in dezen met de Heilig Hartkerk? Want die staat er toch nog? Die is toch nog steeds niet afgebroken? Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Neen. De heer BOER Daar heeft u wel geluisterd. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Het is een vergelijking in het aantal bezwaren op een voorstel De heer BOER Maar toen is er dus wel geluisterd naar de bezwaren, anders was die allang afgebroken geweest. 681

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 681