17 DECEMBER 1998 689 De heer BOER Datgene wat is gebeurd, is buitengewoon ernstig. De wethouder heeft tot driemaal toe gezegd dat de heer Van Yperen als voormalig wethouder van Nieuw-Ginneken in juni 1995 wist dat de wal 15 meter hoog werd. De heer Van Yperen zegt: ik heb dat pas in 1997 gehoord. We zijn wel wat gewend van het college voor wat betreft het omgaan met de waarheid. Maar nu zal toch echt duidelijk moeten worden wie het hier bij het juiste eind heeft. Of de wethouder heeft drie keer onwaarheid gesproken, of de heer Van Yperen spreekt niet de waarheid, en dan heeft hij de hele tijd zijn achterban belazerd. Voor ons is dit een heel belangrijke zaak. Daarom vragen wij een schorsing, om te kijken hoe wij daarmee moeten omgaan. Als op een gegeven moment óf de wethouder óf de heer Van Yperen niet de waarheid spreekt, en zeker als dat de wethouder is, dan is dat voor ons onaanvaardbaar. De VOORZITTER Dat begrijp ik, maar dacht u dat u met een schorsing daarachter komt? De heer BOER Dan kunnen wij een motie van wantrouwen maken. Wij hadden daar niet op gerekend. Wij hadden gewoon verwacht dat het waar was, maar het blijkt absoluut niet waar te zijn. Wij hebben een schorsing gevraagd, want wij moeten een motie maken. De heer KWISTHOUT Voorzitter, ik stel voor dat eerst de overige sprekers aan het woord komen en dat er dan eventueel wordt geschorst. De VOORZITTER Ik stel voor dat we doorgaan totdat de tweede termijn is behandeld. Als er dan nog belangstelling is voor een schorsing, dan kunnen wij alsnog daartoe overgaan, maar het kan zijn dat de wethouder u het licht laat zien. De heer BOER Als de wethouder mij het licht laat zien, oké. We wachten het antwoord in de tweede termijn af. De VOORZITTER In theorie kan dat nog, dus laten we de zaak afhandelen en dan zien we wel hoever we komen. De heer KWISTHOUT Ten aanzien van de motie merk ik op dat wij de motie niet zullen steunen. In de motie staan zaken die je in de richting van de bevolking niet kunt waarmaken. Je kunt niet waarmaken dat de definitieve hoogte van de wal nog variabel is en afhankelijk is van een onderzoek. Die wal wordt gewoon zo hoog zoals die is. Alleen als het heel erg meevalt en als we heel veel geluk hebben en als zaken gaan zoals we zouden willen, dan zou er misschien iets afkunnen. Zo moet je het brengen. Je moet niet zeggen: er kan nog van alles gebeuren met de wal, want dan spreek je niet de waarheid. De fractie van Breda '97 heeft deze motie een aanvullende motie genoemd. Daarmee ben ik het niet eens. Dit is geen aanvullende motie, dit is een motie die is bedoeld om de politieke aftocht te blazen en in de richting van de bevolking van Bavel te kunnen zeggen: wij hebben er alles aan gedaan wat mogelijk was, maar wij hebben het niet kunnen redden. Hieraan werkt onze fractie niet mee. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil nogmaals mededelen dat het college unaniem de motie ontraadt. Punt 1 staat in het rapport van TNO, en we hebben het daarover uitgebreid gehad. In punt 2 staat een verzoek dat ook door anderen is ingediend en dat doen we gewoon. Punt 3 is echt niet waar te maken. Het hele college ontraadt u met klem deze motie. Naar aanleiding van de discussie van de heer Boer het volgende.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 689