29 JANUARI 1998 6 ook in het voorstel staat vermeld, op 5 maart aanstaande nog graag terugkomen op en het resultaat willen zien van het overleg dat met de besturen van de sportverenigingen is opgestart, alsmede op de realiseerbaarheid van het experiment additioneel bestek. Voorts gaan wij ervan uit dat in de toekomst voldoende gelden worden vrijgemaakt om de sportaccommodaties op een goed kwaliteitsniveau te houden. Met verwijzing naar het voorstel van vandaag is hierop zeker van toepassing: voorkomen is beter dan genezen. Tot slot het volgende. Uit de pers heb ik begrepen dat de toegezegde Sportnota eind dit jaar zal verschijnen. Wij vinden dit jammer. Maar wanneer deze extra tijd, die nodig is, ten goede komt aan de kwaliteit van de Sportnota, dan kunnen wij hiermee instemmen. Ten aanzien hiervan is er nog één vraag, die de CDA-fractie rest. Uit het bericht in De Stem hebben wij begrepen dat in de Sportnota ook aandacht besteed gaat worden aan het wel of niet aanleggen van een kunstijsbaan in Breda. Graag verneem ik in uw reactie hierop of dit inderdaad het geval is. De heer ROPS Ook Breda '97 is gelukkig met dit voorstel, en wij hopen dat de wethouder al goede gesprekken heeft gevoerd met de betrokken verenigingen, of nog zal hebben. Voor oud Breda is het nu rond en kunt u aan de slag. Wanneer kunnen we de inventarisatie verwachten voor groot Breda? Ook wij zijn benieuwd naar het additioneel bestek. Misschien weet de wethouder daarvan al iets meer. Voorts zijn wij erg benieuwd naar de oplossing rond het Baronieterrein. Tijdens de laatste informatieavond was er nog geen oplossing. De buurtbewoners menen dat het vrij simpel moet zijn, namelijk het paviljoen te verplaatsen of op te ruimen, want men spreekt daar nog slechts van eenkeet. Graag verneem ik hierover uw gedachte. Totslotnoghetvolgende. Uithetmeerjarenplan blijkt dat voor vervangingen van de bestaande voorzieningen jaarlijks 1,15 miljoen nodig is, exclusief. Dit is echter alleen voor oud Breda. Wij willen ook graag van u vernemen hoeveel dit is voor groot Breda. De heer SCHRODER Ik wil graag de woorden van de heer Coppens geheel tot de mijne maken. Ik vraag ook bijzondere aandacht voor de inspraakronde die op dit moment met de sportverenigingen gaande is, en ik wacht graag de verslagen af om die uitgebreid in de commissie te bespreken. Verder sluit ik mij aan bij de woorden die hij sprak over de aanstaande Sportnota, die helaas wordt uitgesteld. Ik hoop ook dat dit uitstel ten goede zal komen aan met name de betrokkenheid van de sportverenigingen bij de totstandkoming van de Sportnota en dat er van tevoren een goed inspraaktraject plaatsvindt. Tot slot, het zal u zeker niet verbazen dat ik mij aansluit bij de aandacht die wordt gevraagd voor de ijsbaan. Mevrouw HEERKENS Ik wil mij ook graag voor een groot deel aansluiten bij datgene wat mijnheer Coppens naar voren heeft gebracht. Ook wij zijn, als Partij van de Arbeid, heel benieuwd naar het experiment met het additioneel bestek. Wij hopen dat dit ook heel snel een structureel vervolg krijgt. Het tweede punt betreft de ijsbaan. Ik denk dat het toch van belang is, gezien de hele discussie die daarover constant ontstaat, om in ieder geval op basis van een onderzoek, dat met name ook gericht moet zijn op de financiële aspecten, hierover een definitieve discussie te voeren. Ik denk zelf, maar ik vraag dat aan het college, dat dit niet hoeft te wachten op het verschijnen van de Sportnota eind dit j aarRekening houdend met de 100000, die w ij hebben uitgetrokken voor de ontwikkel ingen aan de Claudius Prinsenlaan en met name ook kijkend naar het Sportcentrum, neem ik aan dat het mogelijk moet zijn om binnen die 100.000,-- ook een onderzoek te doen naar de mogelijk heden van de ijsbaan en wat dit project ten opzichte van de investeringen, alsmede ten opzichte van met name de exploitatielasten zal betekenen. Als dat duidelijk is, dan moeten wij daarover op dat moment in deze raad discussiëren. Wethouder VAN RAAK De vragen komen in grote mate met elkaar overeen. Ik zal proberen ze puntsgewijs te beantwoor den. Mijnheer Coppens, wij hebben inderdaad afgesproken dat wij op 5 maart aanstaande de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 6