17 DECEMBER 1998 698 - de vereniging Ons Ginneken te erkennen als medevertegenwoordiger van de burgers van Ginneken; - de subsidie, die oorspronkelijk alleen was bedoeld voor de stichting Dorpsraad Ginneken, voor 50% aan de vereniging Ons Ginneken toe te kennen; en gaat over tot de orde van de vergadering. Wethouder VAN OS In de richting van de Partij van de Arbeid en van GroenLinks het volgende. Wij hebben nadrukkelijk gekozen voor een overgangsregeling, omdat wij uw problemen en aandacht voor die wijken onderschrijven. Ik heb in de commissie gezegd, en ik denk dat het zo ook in de notulen staat, dat de bedoeling van deze tweejarige regeling is, dat wij de zaak in zijn totaliteit, inclusief het functioneren van de wijk- en dorpsraden, wensen te evalueren. Dat geldt ook voor de financiële componenten. Daarmee is het antwoord in de richting van de heer Snier, wat mij betreft, dus volmondig ja. Dat moet ook op tijd gebeuren. Ik heb in de commissie aangegeven dat dan ook een aantal andere elementen, dus niet alleen het functioneren, maar ook financiële elementen, onder de loep moeten worden genomen. In dat verband ben ik het eens met de stelling van de heer Cruldat bijzondere problemen tot bijzondere oplossingen zouden moeten leiden. Wij zoeken dat primair in projectgelden. Maar het kan ook zijn, dat een bepaalde wijk- of dorpsraad met dermate vaste lasten zit, datje ook op dat soort terreinen aan een uitzondering zou kunnen denken. In dat verband vind ik de motie van GroenLinks op dit moment overbodig, omdat ik nadrukkelijk heb aangegeven hoe wij daarmee zullen omgaan, en dat wij die uitzonderingsregeling niet voor niets hebben opgezet. In de richting van de heer Boer het volgende. In de commissie heb ik geprobeerd hem ertoe over te halen om het voorstel ook echt te gaan lezen. Ik heb gezegd dat daarin ook het woord activiteiten voorkomt en dat die tevens met subsidiëring hebben te maken. Maar gelet op zijn bijdrage ben ik er kennelijk niet in geslaagd om hem, na de commissie vergadering, zo ver te krijgen om dat alsnog te doen. Het is duidelijk dat er in Ginneken iets aan de hand is. Maar gelet op de brief van Ons Ginneken, waarin ook zij aangeven dat zij op zich nog in overleg willen treden met de dorpsraad Ginneken, is er op dit moment geen enkele aanleiding om daarover een ander standpunt in te nemen dan het college tot nu toe heeft gedaan. Met betrekking tot de motie van de Parel van het Zuiden merk ik op dat ik die ontraad. TWEEDE TERMIJN De heer CRUL De wethouder herhaalt nu datgene wat hij in de commissie heeft gezegd. Wij weten ook wel dat er nog andere potjes zijn, waaruit gelden kunnen worden gesubsidieerd via declaraties of op welke manier dan ook. Wij willen niet dat er al vooruit wordt gelopen op mogelijke andere subsidievor- men, zoals voor projecten et cetera. Wij vinden dat deze wijken in ieder geval, tot er andere regelingen zijn getroffen, de zekerheid moeten hebben dat zij op dit geld aanspraak kunnen doen. Daarom handhaven wij de motie. De heer BOER Ik ben niet onder de indruk van het antwoord van de wethouder. Wij hadden van hem verwacht dat hij in de commissie zou aangeven dat er in Ginneken een alternatieve vereniging was ontstaan Dan was de discussie in de commissie, wat ons betreft, ook anders gelopen. Uiteraard zal de vereniging Ons Ginneken in overleg moeten treden met de dorpsraad, omdat die over de gelden beschikt. Willen zij iets doen, dan zullen zij daar moeten aankloppen. Zo is het systeem ontworpen. Het is een slecht systeem en helaas wordt het zo in stand gehouden. Ik denk ook dat zij dat daarom in die zin schrijven. Wij vinden dat er meer nadruk moet komen op het democratisch gehalte. Blijkbaar hecht geen enkel collegelid en geen enkele fractie daaraan enig belang. Wij handhaven onze motie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 698