29 JANUARI 1998
Wethouder VAN RAAK
U heeft ze wel gekregen? Dan verwijs ik daarnaar. Deze kwestie is, naar ik hoop, daarin vrij helder
beantwoord. Het is de bedoeling dat wij nader zullen onderbouwen wat die landelijke cijfers
specifiek voor de Bredase situatie zouden kunnen betekenen. Dan heeft u een onderbouwing van
de landelijk genoemde cijfers van 1,6 tot 2,5 miljoen. De komende maanden gaan wij, voor
uitlopend op de Sportnota, daarnaar een onderzoek doen. De kosten daarvan brengen wij ten laste
van het onderzoeksbudget van 100.000,- dat in dit verhaal zit. Op basis van dat onderzoek krijgt
u voldoende inzicht in de financiële mogelijkheden en onmogelijkheden. In de beantwoording staat
aangegeven dat dit zou kunnen leiden tot extra bezuinigingen, of een eventuele ophoging van de
OZB met 4%.
Akkoord.
5. VERDELING EXTRA MIDDELEN ARMOEDEBESTRIJDING 1998.
De VOORZITTER
U moet hierbij uitgaan van het nieuwe voorstel.
Mevrouw HEERKENS
Met betrekking tot het voorstel over de verdeling van de extra middelen voor armoedebestrijding
zijn wij van mening dat dit geld met name aan die uitkeringsgerechtigden moet worden besteed,
die vanwege bijzondere kosten te kampen hebben met financiële problemen. Duidelijk is gebleken
dat een krachtig werkgelegenheidsbeleid wel veel kan oplossen, maar toch ook niet allesArmoede
en uitsluiting treft immers met name die mensen die geen uitzicht hebben op deelname aan het
regul iere arbeidsprocesHet gaat om mensen die meerdere j aren van een minimuminkomen moeten
zien rond te komen. Armoede en uitsluiting zijn ook niet in alle gevallen snel op te lossen door
een directe inkomensvergroting. Op zich vinden wij dat wij dat wel in de richting van de landelijke
politiek moeten blijven bepleiten, maar dat wil niet zeggen dat daarmee de armoede wat dat betreft
uit de wereld zou zijn geholpen. Wat ons betreft zal het armoedebeleid dan ook hoog op de lokale
politieke agenda moeten blijven staan. Kijkend naar de voorgestelde bestedingen merken wij het
volgende opTerecht wordt, naar onze mening, een deel van de extra gelden ingezet, om de tekor
ten die zijn ontstaan ten aanzien van het budget bijzondere bijstand op te vangen. De wethouder
heeft ook in de commissie uitgelegd datje dat ook kunt zien als een nabetaling vanuit het ministerie.
In een eerdere instantie heeft het ministerie ook heel duidelijk gezegd dat het van mening was dat
de gemeenten genoeg geld overhielden op die bijzondere bijstandAchteraf blijktnu dat dit absoluut
niet zo is. Ik heb hier eerder gezegd dat ik eigenlijk blij ben dat we er flink doorheen schieten,
en dat dit geld terechtkomt bij de mensen die het hard nodig hebben. Dan is het ook terecht om
een deel van het geld, dat Melkert nu beschikbaar stelt, als een soort nabetaling te zien. Ook de
extra inzet voor de schuldhulpverlening is zeker noodzakelijk, om ervoor te zorgen dat men niet
in een herhalingspatroon vervalt. Hier zie je dan dat soms ook overheadkosten wel heel nuttig
kunnen zijn, om mensen te begeleiden en ervoor te zorgen dat zij niet opnieuw met een schuldenpro
blematiek te maken krijgen. Ook het inzetten van extra middelen voor de voorlichting aan ouderen,
door middel van huisbezoeken, watzo benadrukt is door de Participatieraad, isnodig. Voorlichting
in algemene zin is nodig, omdat nog steeds een deel van de langdurige minima geen gebruik maakt
van de mogelijkheden met betrekking tot de bijzondere bijstand en bijvoorbeeld ook met betrekking
tot de huursubsidie. Het resterende bedrag, en gezien het gewijzigde voorstel gaat dat nu om
ongeveer 1,2 miljoen, maakt het mogelijk om op termijn nieuw beleid te ontwikkelen. Voor
475.000,-- geeft u daarvoor in het raadsvoorstel een indicatie. Wij hebben zelf ook al vaker
gewezen op de mogelijkheid van een collectieve ziektekostenverzekering. Er zit nu nog 700.000,-
in. Voorzitter, u heeft uitgelegd waarom wij deze avond een gewijzigd voorstel op onze tafel
hebben. Dit betekent dat er nog 700.000,—resteert. Het zal duidelijkzijn, gelet op alle pleidooien
die de Partij van de Arbeid heeft gehouden bij de kadernota en de algemene beschouwingen bij
de begroting, dat wij vinden dat dit bedrag ook nadrukkelijk op dit beleidsterrein moet worden
ingezet. Wij vinden ook, en wij hebben dat vaker gezegd, dat een stad met karakter niet krenterig
8