26 MAART 1998
95
Voorvang. Wat betreft een ander aspect van de woningcorporatie: ik heb uit de woorden van de
directeur begrepen dat het een onomkeerbaar contract isEr zijn al zoveel zaken gedaan en betaald,
dat we eigenlijk alleen maar ja kunnen zeggen. Daarop wil ik graag een antwoord van de desbetref
fende wethouder.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Het laatste punt dat is overgebleven is de Voorvang. Over de Voorvang is buitengewoon veel
gediscussieerd. Het is zo dat St. Joseph volkomen terecht, en niet ten onrechte, een plan heeft
ontwikkeld. Daarbij is het ook zo geweest dat een commissiebehandeling aangaf dat de commissie
en de bewoners niet zo gecharmeerd waren van de wijze van bebouwing. Daaraan zijn dus nog
aanpassingen verricht en de plannen zijn gedeeltelijk gedraaid. Dit is het uiterste wat hieraan kan
worden gedaan. Het is een goede tegemoetkoming die heeft plaatsgevonden. Ik ga niet tegen de
heer Van der Hulst zeggen dat wij gaan kijken wat er verder nog kan. Want ik heb onmiddellijk
na de commissievergadering gesprekken gehad met St. Joseph en daar was duidelijk dat St. Joseph
het maximale eraan had gedaan. Ik wil daarover dus geen onduidelijkheid laten bestaan. Wat betreft
de vraag van de heer Haarhuis, die ook al gisteravond aan de orde is geweest, over het indikken,
het verdichten van buurten op overblijvende grasveldjes, of wellicht het opslitsen van te grote
tuinen, waarop appartementen worden neergezet, het volgende. Wij zijn eraan toe, dat heb ik al
gezegd, dat wij ernaar gaan kijken hoe wij daarmee in de hele stad omgaan. Dat is heel goed, want
in een stad als Breda, een stad met karakter, met een stadsplan, et cetera, is het heel goed om deze
ijkingen regelmatig te doen. Dus daarover zijn wij het eens. De heer Crul gaat verder. Hij heeft
een amendement ingediend. De heer Verpaalen zegt tegen het voorstel te zijn omdat de Voorvang
ervan deel uitmaakt, maar eigenlijk is hij voor het hele plan. Ik denk dat het uw probleem wordt
hoe u in de annalen terecht komt: ik ben eigenlijk tegen een klein onderdeel, en daarom stem ik
maar tegen het geheel. Dat kan voorkomen, ik kan dat verder niet helpen. Wat betreft het
amendement denk ik dat de heer Crul, wat hij wel vaker doet, zich zorgen maakt, niet alleen om
de eigen partij, wat natuurlijk altijd heel goed is, maar tevens wil hij alle leden van de ge
meenteraad, de commissieleden, waarschuwen voorhunhouding. Ik denk dat een commissie vrijuit
kan spreken, en dat het niet uw zorg is om te kijken hoe de mensen zich uiten. Dus die derde
overweging in het amendement lijkt mij niet goed. Wat betreft het punt dat door de verdichting
de geplande hoogbouw een te grote aanslag zou betekenen op het woon- en leefmilieu in de directe
omgeving, het volgende. Dat kunt u op alles toepassen, maar wij hebben dit plan zoals het is, en
dit is het. Het is ook zo dat de hele groene strook aan de overzijde daar een hele duidelijke aan
wijzing geeft van: Brabantpark naar Heusdenhout in het groen. Van de omwonenden zegt u dat
zij terechte bezwaren hebben. Zij hebben inderdaad niet onterecht bezwaar gemaakt, en dat is ook
de reden geweest waarom de gemeente met St. Joseph heeft gewerkt aan aanpassingen die tot de
verbetering hebben geleid. Ik denk niet dat verdere aanpassingen tot meer verbetering leiden. Ik
zou iedereen willen ontraden om voor dit amendement te zijn.
TWEEDE TERMIJN
De heer VAN DER HULST
Ik heb eigenlijk alleen maar een technisch punt. In het raadsbesluit dat hier voorligt, staat onder
punt 1"de zienswijzen van de Bewonersvereniging Flat Voorvang gedeeltelijk gegrond en
te verklaren". Dat staat er niet goed. Op die manier zouden we iets verkeerds besluiten.
De heer SCHRODER
Stem dan vóór het amendement. Daarin is het zuiverder geformuleerd.
De heer LEUNISSE
Ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag over het niet omkeerbaar effect, op de financiële gronden
dus. Daarop zou ik toch graag antwoord willen hebben.