28 JANUARI 1999 11 tweede taal worden geleerd. Daarvoor is dus ook de zelfstandige functie aan de orde. Het feit dat de ondersteunende functie tijdens de schooluren wordt gegeven en in het curriculum is opgenomen heeft te maken met de leeftijd van de kinderen. We hebben het hier over de kleine kinderen en het wordt in de praktijk heel soepel in het lesprogramma ingepast. Er ontstaat heus geen onrust als een aantal kinderen onder de rekenles zou worden weggehaald, omdat zij plotseling het Turks of een andere taal moeten krijgen. Daarop is de schoolpraktijk geheel en al ingesteld. Dit zijn, denk ik, de antwoorden op de aan mij gestelde vragen. TWEEDE TERMIJN De heer CRUL Ik wil nog kort ingaan op twee punten. Het eerste punt dat wij aan de orde hebben gesteld is of ook autochtone kinderen zouden kunnen meedoen, alsmede allochtone kinderen maar dan voor andere talen. Dat blijkt niet mogelijk te zijn. Wij vermoeden dat er toch regelmatig overleg over deze zaak is. Bent u bereid om dit punt in te brengen in het overleg dat met landelijke instanties wordt gevoerd? Met betrekking tot de financiën het volgende. Indien u meer geld beschikbaar zou krijgen, dan zou er wel in die zaken kunnen worden voorzien en zouden beide groepen, dus zowel de oude als de nieuwe groepen, in feite op hetzelfde niveau kunnen blijven. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK In het landelijk overleg, dat wij regelmatig hebben, zijn dit soort zaken in zijn algemeenheid wel eens aan de orde. Maar ik wil dat best nog wel een keer aan de orde stellen. Ik twijfel er echter aan of dat enig succes zal hebben, omdat wij ons op een hele speciale doelgroep richten met een hele speciale bedoeling. In het kader van de integratie is uw opmerking heel sympathiek, maar ik denk dat we dan toch naar andere wegen moeten zoeken. Wanneer er meer geld beschikbaar is dan strikt noodzakelijk voor de oude groepen, dan komen uiteraard de nieuwe groepen aan bod. Zo is het ook in het voorstel opgenomen. Akkoord. 8. BESLUIT INZET VAN EEN DEEL VAN DE RESERVE VOLKSHUISVESTING TEN BEHOEVE VAN HET OPLOSSEN VAN KNELPUNTEN IN DE VOLKSHUISVESTING IN 1998. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Dit agendapunt gaat over het oplossen van knelpunten in de volkshuisvesting voor 1998. Wij hebben daarvoor een knelpuntenfonds, waaruit we jaarlijks wat kunnen besteden aan projecten voor met name de sociale woningbouw. De gemeente heeft daarvoor een viertal criteria opgesteld. Als we kijken naar de projecten die we eruit hebben gehaald, dan blijkt dat die aan die criteria voldoen. Deze keer wordt er geld ingezet voor een aantal projecten in het kader van de huurmatiging. Wij konden helaas, zoals dat heel vaak gaat, niet alle projecten honoreren, omdat we daarvoor niet voldoende geld hebben. Er is uitvoerig overleg geweest met de vier woningbouw verenigingen. In het voorliggende voorstel gaat het met name om de doelgroep ouderen. De afge lopen periode heeft het CDA deze doelgroep als speerpunt gehad, en wij hebben die ook in de komende periode als speerpunt. Wij achten het van belang dat ouderen op een goede manier kunnen worden gehuisvest en dat ook de huren voor hen bereikbaar zijn. Daarom vinden wij dit een heel goed voorstel en wij zijn daarmee ook tevreden. Tijdens de commissievergadering ontstond over één project enige verwarring. Ik vond dat jammer. Dat ging over het project Princenhof in Princenhage, waar we over 90 woningen praten voor ouderen en waarvoor we 250.000,-- inzetten. Ik wil nogmaals benadrukken dat het CDA dat een goed project vindt. Het gaat hierbij om ouderen en om een aanvaardbare huur. Heel belangrijk is het steunpunt dat erbij komt. We weten allemaal wat een steunpunt betekent bij een ouderencomplex. Het biedt namelijk extra voorzieningen, mogelijkheden en faciliteiten. Sinds vorige week blijkt dat ook de Provincie dit project zeer waardeert, door ook nog eens 250.000,-- beschikbaar te stellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 11