25 MAART 1999 118 en dat zal ik dan ook beslist doen. Als raadslid van de gemeente Breda heb ik mij het beste thuis gevoeld in de commissie SAW, onder de geweldige leiding van Harry van Raak, die ik al heel lang ken. In die commissie kon ik opkomen voor de zwakkeren in onze samenleving. Ondanks het feit dat ik het raadslidmaatschap heb opgezegd, zal ik dit verder blijven doen in alle mogelijke andere verenigingen waarvan ik nog bestuurslid ben. De heer BOER Ik heb ongeveer tien jaar in de gemeenteraad gezeten. De eerste vijf jaar als lid van een collegepartij en de laatste vijf jaar als lid van een oppositiepartij. Dus I know both sides now. Ik moet zeggen dat het verschil tussen de ene en de andere kant heel erg groot is, waarbij de beste periode toch eigenlijk was toen een groot deel van de raad ook in de oppositie zat en er meer evenwicht was tussen oppositie- en collegepartijen. Ik denk dat dat ook voor de democratische besluitvorming het beste was. Toen werd ook het scherpst gediscussieerd, toen werden ook de scherpste besluiten genomen. De afgelopen periode is te vergelijken met mijn eerste periode, toen alleen Nico Garritsen in de oppositie zat. Dat was dus 38 tegen 1 en dat is een hele slechte zaak. Ook de afgelopen periode was er een grote overmacht aan collegemeerderheid. Dan hoef je eigenlijk niet meer zo te luisteren. Ik betreur dat. Ik hoop dat er in de toekomst een groter deel in de oppositie komt, hoewel dat een minder aangenaam verblijf is dan in een collegepartij. Het meest belangrijke waarmee wij hier allemaal bezig zijn is een democratische besluitvorming. Ook Christ Crul heeft dat aangegeven. Ik denk dat dat een heel belangrijke taak is, en het is terecht dat meerdere mensen daarvoor vanavond met een koninklijk lintje zijn beloond. Ik ben niet de gemakkelijkste man geweest in de raad, ook niet toen ik in de collegepartij zat. Ik heb mezelf altijd meegenomen, en dat is nu eenmaal niet makkelijk. Ik wil de collega's bedanken voor het werk dat zij in ieder geval voor de democratie hebben gedaan en ik blijf het werk volgen. Mocht ik op een gegeven moment, en u heeft mij dat verweten in uw toespraak, personen hebben beschadigd, dan is dat op een heel pijnlijk punt, waarbij ik toch elke keer opnieuw nadenk voordat het gebeurt. Dat is dus toch heel erg bewust, omdat ik weet dat vrij veel burgers worden of kunnen worden beschadigd door het beleid van de stad. Ik hoop dat dat aan beide kanten kan stoppen, want dat is niet in het belang van de democratie. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Voorzitter, u heeft mij enigszins overvallen met uw vriendelijke woorden. Ik blijf lid van deze raad, zij het dat ik naar de andere kant van de tafel zal verhuizen, althans, zo ziet het er op dit moment naar uit. Ik wil heel graag de gelegenheid te baat nemen om niet alleen u voor uw vriendelijke woorden te danken, maar ook de raad te danken voor het feit dat die mij de gelegenheid heeft gegeven om tenminste twee jaar lang op deze plaats te functioneren. Ik heb dat met inzet en overgave gedaan. Ik heb daaraan ook uitstekende herinneringen. Ik zal aan de andere kant van de tafel op dezelfde manier proberen deze stad van dienst te zijn. De heer TAKS Om te beginnen wil ik graag een gelukwens richten tot de leden van de raad die vandaag koninklijk onderscheiden zijn: Jan Rops, Jan van der Westerlaken en Harry van Raak. Het is nog niet eerder voorgekomen dat bij een afscheid van de gemeenteraad drie leden een dergelijke onderscheiding ten deel is gevallen. Het heeft natuurlijk alles te maken met het nieuwe decoratiestelsel, op grond waarvan een onderscheiding pas wordt verleend als je van de politiek afscheid neemt. Vroeger was dat anders, nu valt het moment samen met het vertrekken uit de raad. Dat is, denk ik, ook een heel mooi moment voor een Koninklijke Onderscheiding. Ik wil nu speciaal het woord richten tot Harry van Raak. Dat is, denk ik, de taak van de nestor op dit moment. Harry, het afscheid van een wethouder is in het Bredase politieke leven zeker geen dagelijkse gebeurtenis, maar het is toch wel iets wat met een zekere regelmaat aan de orde is, zoals wij allen weten. Harry, je hebt sinds je aantreden als wethouder, dat was op 29 april 1986, heel wat collega's zien vertrekken. Zeer velen, zo niet de meesten onvrijwillig, door de ongunst van het politieke lot. In jouw geval doet zich de tamelijk unieke situatie voor dat het afscheid van het wethouderschap

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 118