13 APRIL 1999 125 De VOORZITTER Voor de installatie en beëdiging van de raadsleden heeft u het verzoek gekregen om aan te geven of u de verklaring en de belofte wilt afleggen, dan wel de eed. Eerst zal ik de zuiveringseed en vervolgens de zuiveringsbelofte en -verklaring voorlezen. Indien u heeft gekozen voor de eed verzoek ik u, conform uw opgave, te zeggen: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig" en u steekt daarbij beide vingers tegen elkaar houdend omhoog. Heeft u gekozen voor de verklaring en de belofte, dan verzoek ik u zonder vingers op te steken uit te spreken: "Dat verklaar en beloof ik". Ik verzoek u allen, ook de aanwezigen op de tribunes, te gaan staan, zodat wij hiertoe kunnen overgaan. "Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen". Voor degenen die de verklaring en de belofte afleggen lees ik de volgende tekst voor: "Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen". Ik lees vervolgens de namen voor volgens de volgorde van de kieslijsten, en ik verzoek u uit te spreken óf "Zo waarlijk helpe mij God almachtig" óf "Dat verklaar en beloof ik". De heer GIELEN Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer OOMEN Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer ADANK Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Mevrouw KNIPSCHEER Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer DE CRAEN Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer VAN DER HULST Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer DE LENG Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer DUBBELMAN Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer LIPS Zo waarlijk helpe mij God almachtig. De heer GEMMEKE Zo waarlijk helpe mij God almachtig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 125