28 JANUARI 1999 13 woningbouwcorporatie te laten uitvoeren. In dit proces lijkt het ons dat er toch enigszins sprake is van twee volkshuisvestelijke partners, die met elkaar concurreren voor hetzelfde project. De dreiging is dat dit een prijsverhogend effect zou kunnen hebben, en dat is iets wat wij niet willen tussen corporaties die voornamelijk dezelfde doelgroepen moeten huisvesten. Ik heb de heer Rops horen zeggen dat de corporatie Laurentius er ook een aanzienlijk eigen bedrag in heeft ge ïnvesteerd, en dat dat ook een niet rendabel bedrag is. Wij vinden dat prima, maar wij hopen toch dat de wethouder nog eens uitdrukkelijk zal kijken naar de gehanteerde criteria bij de toekenning van die subsidies, de toetsingsprocedures scherp zal evalueren en deze zaken in de commissie nog eens nadrukkelijk wil bespreken. De middelen dienen, in onze optiek, zoveel mogelijk bij de zwakste doelgroep terecht te komen, en daarvoor moeten wij zoveel mogelijk garanties creëren. Dat brengt mij op een tweede punt, en ik sluit nu enigszins aan op datgene wat mevrouw Van Hasselt van de VVD heeft gezegd. Mijn fractie zal het op prijs stellen als u nog dit jaar een voorstel aan ons zou kunnen voorleggen, en ik weet best dat daaraan problemen zitten omdat je ook verwachtingen wekt die je naderhand moet kunnen waarmaken, met een aanzet voor het werken met zogenaamde sobjectsubsidies. Die zijn gerichter en komen terecht bij de mensen die het ook daadwerkelijk nodig hebben. Het instrument dat wij nu gebruiken werkt toch wat grofmazig. De schaarse subsidiemiddelen zullen daardoor, in onze optiek, nog effectiever worden ingezet. Mevrouw KREMERS Ook wij hebben, na de behandeling in de commissie, het voorstel mee teruggenomen naar de fractie. Wij hebben uitgebreid gediscussieerd over de besteding van de 1 miljoen. Wij zijn warm voorstander van het honoreren van met name de ouderenprojecten. Op een gegeven moment ontstond er discussie over de consequenties van het project onder punt A.9.nieuwbouwcomplex Princenhof in Princenhage. Anderen hebben daarover ook al gesproken. Er zijn hierover inmiddels al vragen gesteld, en ik zal die niet herhalen. De heer Haarhuis sprak over gemengde gevoelens. Ook onze fractie zat daarmee, en dat was ook de reden om het voorstel mee terug te nemen naar de fractie en opnieuw te bespreken. Wij gaan akkoord met het voorliggende voorstel, want bij niet-honoreren zouden wij de toekomstige bewoners duperen en zou het complex ook niet meer bereikbaar zijn voor de doelgroep ouderen. Dat belang werd ook al door mevrouw Boidin onderstreept. Wij hebben vrij uitgebreid gediscussieerd over de sobjectsubsidies. In de commissie heb ik gevraagd waarom dat niet is geprobeerd met de gelden voor 1998Mij is duidelijk gemaakt dat dit niet mogelijk was. Maar ik had toen graag van u als antwoord gekregen dat u in overleg zou gaan met de volkshuisvestingspartners en zou proberen te kijken in hoeverre er, vooruitlopend op het nieuwe convenant, reeds belangstelling is om toch een klein experiment met de gelden van 1999 op te starten. Ik wil mijn vraag hier nogmaals herhalen: bent u bereid om met de partners aan tafel te gaan zitten om te kijken in hoeverre zij dit experiment zouden willen opstarten? Voorts willen wij aansluiten bij de vraag van de heer Haarhuis om dan vervolgens met een voorstel naar de commissie te komen. De heer CRUL Ik heb er de stukken van 1997 nog eens bijgehaald, en toen is de hele aanvraag gehonoreerd. Die bestond toen uit het verbeteren van de woonomgeving en uit huurmatigingsvoorstellen. Wij hebben het nieuwe voorstel doorgenomen, maar we kwamen er niet zo goed uit. Op bladzijde twee wordt gepraat over projecten van Laurentius ter opwaardering van de woonomgeving. Er wordt verwezen naar een lijst die er als bijlage bijzit. Maar de bijgevoegde lijst praat daar helemaal niet over, die praat alleen over niet gehonoreerde projecten. Misschien lezen wij het verkeerd, maar dan horen wij dat wel van u. In de fractie hebben wij over dit voorstel gepraat, en wij zijn daar blij mee. Ook vorig jaar hebben wij het voorstel ondersteund. Wij vinden geen argumenten om ten aanzien van de overige projecten, die ook zijn ingebracht, geen huurmatiging toe te kennen. Zij voldoen aan dezelfde criteria. De grote wachtlijst van woningbehoeftigen ligt nog steeds bij de lage huren. Aan een oplossing daarvoor willen wij zo breed mogelijk meewerken. De huurmatiging is daarvoor een goed instrument, evenals de maatregel die wij steeds voorstellen om wat breder in te gaan op de bouw van goedkope en middeldure woningen. Wellicht zijn deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 13