13 APRIL 1999
138
Akkoord met de opheffing en instelling van de vaste adviescommissies en benoeming van
de leden van deze adviescommissies, met inachtneming van de volgende wijzigingen/
toevoegingen:
voor de fractie van de Parel van het Zuiden wordt de heer J. Stubenitsky als commissielid
niet-raadslid toegevoegd aan alle vaste adviescommisies;
voor de fractie van de SP wordt de heer J.H.P. Kwisthout als commissielid raadslid
toegevoegd aan de vaste adviescommissies Algemene Zaken, Middelen, Sociale Zaken,
Arbeidsmarktbeleid en Welzijn, Economische Zaken, Cultuur en Grondbedrijf, Milieu en
Onderwijs en Stadsbeheer; wordt de heer J. H. Gouka als commissielid niet-raadslid
toegevoegd aan de vaste adviescommissies Algemene Zaken, Ruimtelijke Ordening, Sociale
Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn en Economische Zaken, Cultuur en Grondbedrijf;
wordt de heer J.A. Kuijpers als commissielid niet-raadslid toegevoegd aan de vaste
adviescommissies Middelen, Ruimtelijke Ordening, Stadsbeheer en Milieu en Onderwijs;
voor de fractie van D66 wordt de heer J. Engels als commissielid niet-raadslid
toegevoegd aan de vaste adviescommissie Ruimtelijke Ordening;
voor de fractie Breda '97 maakt mevrouw W.J.M. Vossenaar-Blokdijk geen deel uit van
de vaste adviescommissie Ruimtelijke Ordening en maakt de heer P. van Yperen geen deel
uit van de vaste adviescommissie Sociale Zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn.
66. BENOEMING VAN DE VOORZITTER EN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE ONDERZOEK
GELOOFSBRIEVEN.
67. BENOEMING VAN DE VOORZITTER EN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE BEZWAAR- EN
BEROEPSCHRIFTEN.
Akkoord.
68. OVERIGE BENOEMINGEN.
De VOORZITTER
De heer Kwisthout heeft inmiddels een aanvulling doorgegeven ten aanzien van de
Rekeningscommissie. Ik meld u dat voor wat betreft de Gewestraad van het Stadsgewest
Breda er een fout in het voorstel staat. Als plaatsvervanger voor de voorzitter van het
Stadsgewest is de heer Gielen aangewezen. Dat kan niet, want in de Gewestraad komt de
plaatsvervangend voorzitter uit het dagelijks bestuur van het Stadsgewest, en dat is op dit
ogenblik een ander dan de heer Gielen, en dat blijft ook zo. Ik stel derhalve voor om zijn
naam als plaatsvervangend voorzitter te schrappen.
De heer HAARHUIS
Wij hadden als vervanger voor mevrouw Van Weezei, die als eerste lid in de
Stadsgewestraad zal worden benoemd, de heer Posthuma voorgedragen. In het voorstel
staat hij echter als nummer 7 geplaatst. Betekent dat dat hij daarmee ook eerste lid is, en
hoe zit het dan met de vervangers?
De VOORZITTER
Dat moet ook vervanging zijn. Laten wij dat nu corrigeren. Dan wordt hij ook eerste lid
benoemd.
De heer HAARHUIS
Neen, als vervanger. Mevrouw Van Weezei is het eerste lid.
De VOORZITTER
Dan is hij de plaatsvervanger van het eerste lid. Is dat niet de bedoeling?
De heer HAARHUIS
De mogelijkheid is om een lid te benoemen en een vervangend lid. Mevrouw Van Weezei
is het lid en de heer Posthuma is het vervangend lid.