29 APRIL 1999
157
behandelen en een integraal plan maken over wat waar kan worden gevestigd. Nu wordt
gezegd: het Casino komt er in ieder geval, dat vraagt veel verkeer, dat vraagt veel
parkeren, dus we kunnen niet al te veel meer toestaan op het Chasséveld, zoals
bijvoorbeeld de plannen van het IBC om daar een mega of een groot bioscoopcomplex te
realiseren. Waarom is dat niet gebeurd? Bij de behandeling in de commissie ECG de laatste
keer heeft wethouder Gielen gezegd, dat het beroep zou worden ingetrokken in deze
zaak en dat is besloten om nu te gaan praten met een betrouwbare
onderhandelingspartner. De suggestie die daaruit sprak was duidelijk, de suggestie dat de
heer Werther een onbetrouwbare gesprekspartner is. Ik wil van u weten waarom u dat
vindt, waarom u die zeer sterke conclusie hebt getrokken, mede bezien tegen de
achtergrond van de verloren procedures door de gemeente Breda.
De heer ADANK
Voorzitter, mag ik een aanvullende vraag aan de heer
De VOORZITTER
De procedure is dat de wethouder reageert en dan komt het debat.
De heer ADANK
Heel fijn, voorzitter. Akkoord.
Wethouder GIELEN
Heel kort. Het college heeft geen behoefte om de raadsvergadering van 25 juni 1998 over
te gaan doen, want de zaken en de stukken waarop de heer De Roos doelt, waren op dat
moment onderwerp van gesprek. Daarin heeft de fractie van GroenLinks, ik meen dat het
de heer De Roos was, zelfs de term 'juridisch waterdicht' in de mond genomen. Er lagen
toen geen andere stukken voor dan de heer De Roos nu in zijn bezit heeft. De juridische
positie van destijds is niet veranderd en als hij de raadsnotulen van die vergadering erop
naslaat, dan kan hij nalezen dat hij die term in ieder geval in de mond heeft genomen. Het
is juist dat het gemeentebestuur in die periode maximale greep op het
Chasséterreingebied wilde houden en dat wij inderdaad ons hebben ingespannen om Het
Turfschip open te houden. Dus het antwoord op de vraag of dat juist is, is ja. Wanneer is
hierin wijziging gekomen? Hierin is vrij recent wijziging gekomen toen wij hebben moeten
constateren dat het beslag van de ondergrond van Het Turfschip eraf ging, en dat hoger
beroep weinig zin meer had. Wij hebben toen ook geconstateerd dat we snel in overleg
met IBC willen. Op een vraag van de heer Adank in de commissie heb ik niet meer en niet
minder gezegd dan dat het gemeentebestuur IBC als een betrouwbare partner kent. De
heer De Roos vraagt wederom, dat deed hij op 25 juni 1998 ook, naar een integraal plan
voor het Chasséterrein. Ik herinner mij dat mijn linkerbuurvrouw mij toen in het oor
fluisterde dat er een bestemmingsplan was, en dat deed zij zojuist weer. Het
bestemmingsplan is nog niet zo lang geleden, ik meen eind 1996, vastgesteld door de
gemeenteraad. Wat het college betreft is dat het integrale plan, waar de heer De Roos om
vraagt. Dat zijn de punten die aan mij zijn voorgelegd.
De VOORZITTER
Ik stel voor dit punt zonodig in behandeling te nemen. Wie uwer wenst hierover nog het
woord?
De heer KWISTHOUT
"We laten ons niet door Van der Valk chanteren". Dat was vorig jaar in deze raad de
algemene teneur, waarmee de gemeenteraad besloot om de strijd aan te gaan en Het
Turfschip in meerdere instanties voor de rechter te dagen. De SP-fractie heeft deze
aanvalsplannen nooit ondersteund. Wij hebben altijd het college gewezen op de juridische
gaten in het betoog van de stadsadvocaat. Wij hebben gewezen op een mogelijke
escalatie van het conflict, op het gevaar dat Het Turfschip een schadeclaim zou indienen in
verband met de oneigenlijke concurrentie van het Chassé Theater. Wij adviseerden de raad
dan ook dringend om terug te keren naar de onderhandelingstafel, omdat er met
iu