25 MEI 1999
168
het BRUT-rapport, was niet mis te verstaan, als men dat althans in Den Haag wil begrijpen.
Uitermate belangrijk is dat zo vroeg mogelijk wordt geluisterd naar de burgers in de
dorpen en de stad. Voorstellen uit het Stadskantoor moeten van harte worden onder
steund door onze burgers. Vandaar dat met het in procedure brengen van
projectdefinities de gemeenteraad elke volgende beslissende stap moet kunnen volgen.
Ook de raad zal tijdig de puntjes op de i moeten zetten en niet tevreden moeten zijn met
een vijf-voor-twaalf-besluitvorming. Ik kom daarop terug bij de behandeling van het
structuurplan Breda Noordoost/Teteringen. Maar ik kan bijvoorbeeld ook denken aan het
op het laatste moment verlagen van de hoogte van de wal bij Bavel, alsmede aan de
uitspraken die door alle fracties zijn gedaan over de spoedige reconstructie van de
Zwijnsbergenstraat en de Marialaan, nog maar enkele maanden terug, terwijl in de verste
verte nog geen sprake is van een projectdefinitie. Ik denk aan de ons inziens gelopen
discussie over de rijbaanversmalling van de Graaf Hendrik lll-laan, de verkeersellende in
het Ginneken, de Fatimastraat, de tijdige en realistische oplossingen die het college op
korte termijn de dorpsraad van Prinsenbeek en Princenhage zal moeten aanleveren als de
HSL en de verdubbeling van de A16 in beeld komen. Voor grote werken is steun van de
rijksoverheid nodig. In hoeverre kan Breda rekenen op bijdragen vanuit het MIT, onder
andere voor bijvoorbeeld de Westtangent? De raad rekent daar toch op. Kan het college
ons daarover de meest actuele informatie geven? Infrastructuur en buitenruimte vragen in
de Kadernota om nadere keuzes. Die mogen, wat de CDA-fractie betreft, breed worden
ingevuld, inclusief de daarbij beschikbare middelen, als het maar om de werkelijke
uitvoering gaat. De Kadernota geeft met eenmalige of structurele middelen een oplossing
voor een aantal knelpunten. Erg gelukkig zijn wij in ieder geval met het voorstel om de
afdracht van 1 miljoen van het Parkeerbedrijf vanaf 2000 in één keer te laten vervallen.
Gelet op de argumenten van het college en de eis van een lange termijnvisie over de
toekomst van het Parkeerbedrijf heeft dit voorstel absoluut onze waardering. Hoe staat
het met de voortgang van de ijsbaan? Is er voortdurend bestuurlijk overleg over de
voortgang van het project ten aanzien van de investeringen en de uitvoeringsplanning?
Duidelijk moge zijn dat wij het forse budget van ruim 10 miljoen als limiet zien. Evenmin
mag de exploitatie van het ijswonder leiden tot extra lasten en risico's voor de gemeente.
Wat is de opvatting van het college hierover? Het gemeentelijk milieubeleid is, naar de
opvatting van de CDA-fractie, van voldoende kwaliteit om verdere ondersteuning voor
concrete projecten te vragen bij onze burgers. Professioneel hobbyisme leidt niet tot
draagvlakvergroting, en wij wijzen dat ook af. Voor onze binnenstad geldt dat de
gemeente een pro-actief beleid moet voeren ten aanzien van monumenten. Nu verkeert
de zaak vaak in een ver doorgevoerd stadium met projectontwikkelaars die sloop nog als
de enige remedie zien, en waar de raad soms helaas het nakijken heeft. Het realiseren van
een evenementenhal is evident. Aan de raadscommissie is terzake relevante informatie
toegezegd en wij vertrouwen daarop. Definitieve besluitvorming op afzienbare tijd is
gewenst, doch als ik aandring op spoed wil dat niet zeggen dat de zorgvuldigheid in het
geding mag komen. Tegen de achtergrond van de gemeentelijke herindeling vindt een
herziening plaats van het gemeentelijk subsidiebeleid. Mijn fractie stelt nogmaals dat
talloze culturele, sportieve en sociale activiteiten slechts bestaan dankzij de energieke
inzet van vrijwilligers. Bij de harmonisatie van de subsidies lijkt het ons noodzakelijk om
onder voorwaarde van objectieve kwaliteitstoetsen de deelbudgetten per terrein
structureel te verhogen. De omstandigheden waaronder de vrijwilligers hun aandeel aan
de Bredase samenleving leveren, dienen kritisch te worden herzien. Kan het college met
die inzet een inspanning leveren in de richting van de Begroting 2000? De Kadernota
biedt perspectief voor veiligheid, intensivering van zorg, wij wachten ten aanzien van de
activeringsgesprekken de evaluatie eind 1999 af, en volkshuisvesting, en schept kaders
voor een sterk cultureel klimaat. Een prima opgaande lijn, die per saldo een kwaliteits
verhoging op vele terreinen inhoudt. Ten aanzien van onderwijs zal met externe partners
moeten worden gekomen tot een visie op hoofdlijnen, waarbij mijn fractie met name nog
naar een spoedige afstemming met het ROC vraagt. Dit politieke jaar is van belang voor
de finale besluitvorming van drie VINEX-locaties, en u kent onze mening daarover. Wat
dat betreft kan, gelet op de Stadsvisie en de voorbereiding van de vijfde nota Ruimtelijke
Ordening, op rijksoverheidsniveau een eerste gedachtewisseling plaatsvinden over de