25 MEI 1999
177
De door de heer Schroder, namens de fractie van GroenLinks en medeondertekend door
de fracties van Breda '97, D66, SP en Parel van het Zuiden, ingediende motie (1) luidt als
volgt:
MOTIE (1)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de Kadernota
2000;
overwegende dat:
1. de gemeenteraad het hoogste bestuursorgaan van de stad is;
2. het Programakkoord ruimte overlaat voor initiatieven van de raad;
3. met de versterking van de rol van de raad tevens de rol van de raadscommissies dient te
worden versterkt;
4. de inbreng van vaste commissies kan worden verbeterd door (onder meer) uitbreiding
van het aantal commissieleden niet-raadsleden;
5. daarmee de kwaliteit van het commissieberaad wordt verbeterd;
besluit:
het college van burgemeester en wethouders op te dragen om voor de vergadering van de
raad van 24 juni 1999 een voorstel te presenteren tot wijziging van het Reglement van
Orde van de vaste adviescommissies aan burgemeester en wethouders, inhoudende
wijziging van artikel 3 lid 2 onder b, dat per fractie drie (3) in plaats van twee (2) niet-
raadsleden tot lid van de commissie kunnen worden benoemd.
De door de heer Schroder, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie (2) en
motie (3) luiden als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der
gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de Kadernota
2000;
overweegt als volgt:
- dat het experiment met de commissievoorzitter niet-collegelid als redelijk geslaagd kan
worden aangemerkt;
- dat het bedoeld voorzitterschap de mogelijkheden voor controle en initiatief voor de
raad vergroot;
overweegt voorts: