25 MEI 1999 181 geplande investeringen niet werd gerealiseerd. Dat wijst erop dat het college de planning van de investeringen niet goed in de hand heeft. Blijkbaar worden veel projecten in het investeringsprogramma opgevoerd, om de bijbehorende middelen vast te leggen, zonder dat zicht bestaat op de haalbaarheid en de realiteitswaarde van de projecten. D66 is blij met de aandacht die uw college de laatste jaren besteedt aan het projectmanagement. Daarnaast willen wij echter graag weten wat uw college doet of van plan is te gaan doen aan de planning van projecten. Ook willen wij graag weten welke maatregelen u denkt te treffen om een betere sturing van projecten mogelijk te maken. Deze Kadernota is ambitieus, en dat schept voor de inwoners van Breda verwachtingen, die we dan overigens wel moeten waarmaken. Kijkend naar de laatste jaarrekening, waarin een grote overloop van investeringen werd gemeld, blijkt dat we aan dat verwachtingspatroon niet kunnen voldoen. D66 is van mening dat een groot deel van de projecten voor Breda een strategische betekenis heeft. De realisatie van die projecten, met inbegrip van de daarvoor te reserveren financiële en personele capaciteit, moet dan ook op het hoogste niveau in de organisatie plaatsvinden. Bij de behandeling van de Kadernota vorig jaar hebben wij van harte ingestemd met de toenmalige voornemens om het beleid omtrent archeologie en cultuureducatie vast te leggen in een nota. Het in beide nota's vastgelegde beleid draagt op een eigen wijze bij aan het behoud, het versterken en het bevorderen van ons cultureel erfgoed en onze culturele infrastructuur. Inmiddels is een jaar later in deze Kadernota te lezen, dat als het om cultuureducatie gaat de respons groot is. Steeds vaker zie je in voorstellen dat eerst het gebied archeologisch wordt onderzocht alvorens ontwikkelingen plaatsvinden. Onlangs werd in het Chassépark nog een stukje historie gevonden. Enkele vragen hierbij zijn: wordt er bij dergelijke projecten in de tijdsplanning rekening gehouden met eventuele vondsten? Krijgt de archeologie voldoende tijd en ruimte om eventuele vondsten goed in kaart te brengen? Hoe wordt met dergelijke vondsten omgegaan? De zorg voor ons cultureel erfgoed vraagt blijvend onze aandacht. Dat geldt ook voor onze monumenten en karakteristieke panden. Afgezien van de stedenbouw kundige aspecten, de architectonische kwaliteiten en de beeldkwaliteit dragen deze panden bij aan het karakter van de stad. Zij zijn qua beleving belangrijk voor de omgeving en ze zijn ook gewoon mooi. In uw inleiding geeft u aan het als uw opdracht te zien in deze periode om de balans te bewaren, evenwicht te houden in de ontwikkeling van het nieuwe en beheer van het bestaande. Wij onderschrijven dit volledig. Juist dit evenwicht moeten wij bewaken, anders kan de balans wel eens doorslaan. Al enige jaren is er sprake van het opschonen van de gemeentelijke monumentenlijst. De nota Welstandsbeleid is in de maak en we hebben de nota Architectuurbeleid. Daarnaast hebben we nog de bestemmingsplannen. Toch gebeurt het regelmatig, anderen spraken ook al daarover, dat panden die het waard zijn om te behouden ten prooi vallen aan de ontwikkeling van het nieuwe. Vorig week is hierover in de commissie ECG ruim en breed gediscussieerd naar aanleiding van het voorstel over de Christus Koningkerk. Denkend aan die discussie, alsmede aan de discussie over het pand aan de Tolbrugstraat, is de belangrijkste vraag: hoe kun je dit in de toekomst beter regelen? De ontwikkelingen zijn vaak al zo ver gevorderd, dat wij het nakijken hebben. Uit de krant van vandaag heb ik begrepen dat er meer van die zaken zijn. Daarom zouden wij als gemeente een pro-actief beleid hierin moeten voeren. Ook met name jonge panden van vóór 1950, die nog geen monument zijn, dienen te worden beschermd. Wellicht dat ook de NV Stadsherstel hierin een rol zou kunnen spelen. Hoe denkt uw college hierover? Wij zijn in elk geval verheugd dat het college voor deze periode ten behoeve van het monumentenbeleid 3 miljoen aan extra investeringsmogelijkheden heeft opgenomen. Kunt u aangeven waar u deze extra gelden denkt in te zetten, voor preventief onderhoud, groot herstel of anders? Zal de prioriteit komen te liggen in het centrum van Breda, of betrekt u hierbij ook specifieke panden, zoals bijvoorbeeld de Annakerk of de molen van Princenhage? Een goed onderwijsbeleid kan alleen dan vorm krijgen als de gemeente, het onderwijsveld en de onderwijsonder- steunde instanties nadrukkelijk samen optrekken. In de Kadernota wordt er, als het gaat om de rol van de gemeente, gesproken over een sturende rol en over partnership. De gemeente moet de financiële kaders duidelijk aangeven, bewaken en voorzien van randvoorwaarden, maar daarnaast snel en flexibel inspelen op de veranderingen. Ten behoeve van het onderwijs kondigt u een meerjarig huisvestingsplan aan, gebaseerd op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 181