25 MEI 1999
183
De heer KWISTHOUT
Vorige week kwam de mars tegen kernwapens, georganiseerd door het comité 'Voor
Moeder Aarde', aan in Breda. Tot voor enkele dagen voor de aankomst, de lopers waren al
onderweg, was nog niet duidelijk waar ze in Breda konden overnachten. Op de vraag van
de SP-fractie of de gemeente hen wilde ontvangen, en wij dachten dan bijvoorbeeld aan
een ontvangsttoespraak van onze burgemeester, antwoordde het college met een
kernachtig 'neen'. Punt. Voorzitter, de SP-fractie vindt dit schandalig, en als dit de
invulling van het college aan 'stad met karakter' is, dan neemt de SP met kracht afstand
van die reclameslogan. Ik zou graag van het college willen horen waarom het wel
mogelijk is om bijvoorbeeld ondernemers te fêteren op de jaarlijkse bedrijvendag, maar
waarom men 300 activisten tegen kernwapens niet eens wil ontvangen. Is het college
vergeten dat er in de jaren '80 nadrukkelijk gemeentelijke steun werd betuigd aan de
beweging tegen kruisraketten? Nu wij het toch over karakter hebben, wil ik u in
gedachten eens meenemen naar de vierkante kilometer die ik voor het gemak 'omgeving
Chassé' zal noemen. Laten we eens terugkijken naar de ontwikkelingen die daar het
afgelopen jaar plaatsvonden en die nog op stapel staan. Het Casino bijvoorbeeld. In de
afweging tussen de commerciële belangen van het Casino enerzijds en de verkeersdruk, de
parkeerproblemen en, in ieder geval voor ons, de ongewenste ontwikkeling op deze
hoogwaardige locatie anderzijds, heeft het kapitaal gewonnen. Het had voor ons van
karakter getoond om niet de oren naar de ondernemer te laten hangen. Aan de andere
kant van het vierkant, ik bedoel hiermee de locatie Turfschip, heeft het college wel
karakter getoond, maar daar is men weer zo ver doorgeschoten dat iedere realiteit uit het
oog werd verloren en er meer sprake was van blinde razernij dan van een doordachte
tactiek. Men is zo naïef geweest om te veronderstellen dat wij de strijd konden winnen
van een doorgewinterd concern. Als ik met mijn twee jaar rechten al zie dat het juridisch
betoog van de gemeente zo lek was als een mandje, dacht u dan dat top-advocaten
daaraan voorbij zouden gaan? Feit is dat we nu met de gebakken peren zitten, en op die
culinaire hoogstandjes zit de SP-fractie niet te wachten. Want naast de financiële
gevolgen, waaraan we zeer zeker nog een zware pijp zullen roken, zijn er ook de
vervelende ruimtelijke gevolgen. Wij willen een hotel bij de Kloosterkazerne, IBC wil een
hotel op de Turfschiplocatie. Bij een tweede hotel moet er, conform het bestemmingsplan,
een onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheid en wenselijkheid daarvan. Kan het
college mij garanderen dat de uitkomst van dat onderzoek gelijk zal zijn, ongeacht welk
hotel er het eerst staat? Wat mij betreft een retorische vraag, ook al zal het antwoord van
achter de tafel hoogstwaarschijnlijk 'ja' zijn. Wat Het Turfschip betreft, er kan hier worden
gesproken over een gemeentelijk wanbeleid, maar de verantwoordelijke wethouder zit
nog steeds op zijn zetel. Toen de fractie van GroenLinks na een interpellatiedebat Hij is
op dit moment even weg.
De VOORZITTER
De meerderheid van het college is nog aanwezig.
De heer KWISTHOUT
Ik concludeer dat datgene wat GroenLinks niet voor elkaar krijgt bij de motie van
wantrouwen, ik wel voor elkaar krijg, namelijk dat de wethouder inmiddels van zijn zetel
is verdwenen.
Wethouder VAN OS
Het lijkt mij zeer optimistisch om dat verband te schetsen, mijnheer Kwisthout.
De heer KWISTHOUT
Ik ga verder. Toen de fractie van GroenLinks na een interpellatiedebat een, naar onze
mening, terechte motie van wantrouwen indiende, was uw bagatelliserende reactie
kenmerkend: 'och, alleen maar tegen de wethouder, dan valt het nog mee'. Het
Reglement van Orde kent hier immers maar twee artikelen: één: het college heeft altijd
gelijk; twee: zo niet, dan toch. Wij verlaten even de Bredase Bermuda-driehoek, want
waar daar schepen en vliegtuigen verdwijnen, verdwijnt hier geld, en we nemen een kijkje