25 MEI 1999
188
Kadernota. Dit heeft alles te maken met de planning van de projecten en het verlagen van
de overloop. We moeten kijken of we binnen het complexe veld van al die projecten
zaken als multiprojectplanning en dat soort instrumenten kunnen ontwikkelen. In de
Rekeningcommissie is toegezegd dat we samen met de accountants aan de slag gaan, om
te kijken of we dat hele veld kunnen tackelen. In dat verband ben ik het eens met het feit
dat het verwachtingspatroon, dat in de stad leeft en dat aan investeringsprogramma's en
begrotingen is gekoppeld, ook inderdaad moet worden waargemaakt. Dat zegt alles over
communicatie, en in dat verband denk ik dat de negatieve toonzetting van Breda '97 bij
de opmerkingen over communicatie niet juist is. Wij zijn ons er absoluut van bewust dat
zaken soms niet goed gaan. Maar om dat zo te veralgemeniseren lijkt ons niet op zijn
plaats. Wij zullen op dit terrein blijven investeren in onze medewerkers. Tevens zullen wij,
en de commissie Middelen is op de hoogte van de zaken die lopen, alle ontwikkelingen
blijven monitoren. Daar waar we kunnen verbeteren, zullen wij dat ook zeker doen. In de
Kadernota wordt over nogal wat organisatieontwikkelingen gesproken, en de CDA-fractie
vraagt zich af hoe je die moet gaan doorlichten en hoe je daarmee naar de raad gaat. Ik
denk niet dat het mogelijk is om een eenduidig antwoord te geven op de vraag hoe je dat
zou kunnen doen. Je kunt op verschillende manieren tegen stafdiensten aankijken. De
commissie Middelen wordt binnenkort geïnformeerd over een herpositionering van de
hele l&A-functie. Voorts kun je ook denken aan de normale kwaliteitstrajecten die wij
doorlopen, zoals ISO-certificering voor bepaalde onderdelen. Sommige onderdelen
kunnen ook nadrukkelijk door uw raad worden aangegeven, als het gaat om nadere
politieke keuzes waar de accenten zouden moeten liggen. Maar de alinea rond het
Parkeerbedrijf is natuurlijk in overleg binnen het college totstandgekomen, en zo kunt u
die ook lezen. Overigens geven ook de accountants en de jaarrekening mogelijk
aanleiding om dat te doen, en ik denk daarbij aan ontwikkelingen rond het accom-
modatiebedrijf en het gebouwenbeheer. Een aantal fracties is ingegaan op de OZB. Zij
hebben die gekoppeld aan de lastendruk. U weet dat de lastendruk uit meerdere compo
nenten is opgebouwd, maar ingaand op uw vragen rond de OZB het volgende: voor het
college is uiteraard het Programakkoord de leidraad, niet meer en niet minder, wat de
heer Kruithof daarover de vorige keer ook heeft gezegd. Als het gaat over de
middenmoot het volgende. Die woorden zijn in ieder geval niet uit mijn mond gekomen,
in die zin dat daarmee een legitimatie aan de orde is. Het geeft wel aan waar deze stad
staat als het gaat om de lastendruk. Er is een mythe dat we ongelooflijk duur zijn. Het lijkt
mij goed dat we proberen om ook die uit de wereld te helpen. Op basis van argumenten
en aan de hand van het Programakkoord zullen we met elkaar moeten discussiëren over
de vraag wat er met die lastendruk aan de hand is. Het college deelt de visie van de WD-
fractie, dat kapitaallasten die overblijven daarvoor zouden moeten worden ingezet, niet,
want dat zou een blokkering op de reserves leggen, en wij achten die niet gewenst. Wel
ondersteunen en onderschrijven wij datgene wat is gezegd over hoe je de projecten zo
goed mogelijk zou moeten plannen. De zaken die spelen met betrekking tot de
inflatiecorrectie worden door de raad voor een deel gekoppeld aan compensatie en
dergelijke bij grote instellingen. Het mag duidelijk zijn, en u vindt de bedragen terug in de
Kadernota, dat het college de normale prijs- en looncompensaties raamt op zogenaamde
stelposten, en dat die via de diensten ook naar de grote welzijnsinstellingen worden
doorgesluisd. Het is juist dat daarvoor gemiddelden worden gehanteerd. Die
gemiddelden, de VNG heeft dat onderzocht en er heeft daarover, naar mijn weten,
onlangs ook een collegeomslag ter visie gelegen, geven absoluut geen slecht beeld van de
compensatiebedragen die de gemeente Breda heeft verleend. De discussie is wat versterkt
toen het college in algemene zin heeft besloten de inflatiecorrectie niet meer voor 100%
door te voeren naar de diensten, maar voor 95%. Wij hebben dat zeer bewust gedaan,
mede naar aanleiding van het feit dat uw raad ons er nadrukkelijk op heeft gewezen, en
ik weet dat dat gebeurt in het kader van de wet van de grote getallen, dat ook voor de
grote welzijnsinstellingen productiviteitsstijgingen en dergelijke aan de orde zouden
moeten zijn. Maar nogmaals, die gemiddelde compensatie is voldoende, en wij weten dat
de diensten binnen die prijscompensatie ook kunnen schuiven. Dus mochten zich hele
grote knelpunten voordoen, dan kunnen zij die middelen daarvoor ook gebruiken. Met
betrekking tot het additioneel bestek het volgende. In oktober zullen wij u een notitie