25 MEI 1999 189 voorleggen, en daarin zullen wij ingaan op de doelgroepen, de echte concrete mogelijk heden, de juridische impact, de coördinatie en de verantwoordelijkheden. Dat is conform de afspraak rond het Programakkoord. Er zijn een paar opmerkingen gemaakt, waarover wij ook graag met u in de toekomst zouden willen discussiëren. Op de eerste plaats is dat de vraag: hoe bouw je digitaal Breda uit? Daarop komen wij binnenkort terug bij de opening daarvan, die samen met een aantal andere partners in de stad, want het heeft een belangrijk breed platform, totstandkomt. Daarbij worden ook aan verenigingen mogelijkheden geboden om gratis gebruik te gaan maken van Internetruimtes. De verdere primeur zal ik u nu niet doen. Wel kan ik u zeggen dat de gemeente Breda één van de partners is die daarin optreden. Wij zullen u nog nadere voorstellen voorleggen. Met betrekking tot het voorbeeld van Den Haag, waarover D66 spreekt, merk ik op dat daar niet echt sprake is van Internet voor de inwoners. U kunt dat zelf ook op Internet opzoeken. Wij hebben dat even gedaan. U kunt dat vinden onder residentie.net. Wel biedt dat stedelijk netwerk e-mailfaciliteiten. Overigens zijn daarmee redelijk hoge kosten gemoeid. Wij streven ernaar om in dat kader, binnen datgene wat daarvoor in de Kadernota wordt aangegeven, de mogelijkheden maximaal te maken, waarbij wij ook denken aan zaken als zuilen en Internetmogelijkheden in gemeenschapshuizen. Ingaand op nog enkele andere punten het volgende. Ik hoop niet dat de Partij van de Arbeid echt wil suggereren dat het millenniumprobleem onder controle is. Er wordt wel hard aan gewerkt, maar die garantie krijgt u van niemand, dus ook niet van deze wethouder. In de richting van de fractie van de SP het volgende. Ik begrijp uw opmerkingen met betrekking tot het Casino in relatie tot verkeer en parkeren. In de commissie hebben wij daarover van gedachten gewisseld. U vergeet alleen het belangrijke element, dat ook het pand overeind zal moeten blijven, en dat dit monument wel degelijk voor Breda van grote waarde is en behouden zal moeten worden. In de richting van de fractie van GroenLinks het volgende. Als er niet wordt gedebatteerd over een motie omdat die al is ingevuld, voel ik me daar niet op aangesproken. Ik ben ervoor in om met de fractie van GroenLinks te discussiëren over betere voorstellen. De burgemeester zal verder hierop ingaan. In de richting van de Parel van het Zuiden merk ik op dat de liften in het stadhuis aan de normen voldoen. Wij hebben niet voor niets dat schildje gehad. Ik wil de heer Leunisse erop wijzen dat hij niet moet schrikken als in augustus een zonsverduistering plaatsvindt. De VOORZITTER Met betrekking tot mijn portefeuille sprak de heer Meeuwis over de continu kritische houding ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking. Wij zeggen dat graag toe. Het college heeft diezelfde opvatting. Gevraagd wordt om vooral de gereserveerde middelen te handhaven voor politievrijwilligers en -surveillanten. Wij zeggen hierop: ja. Zodra de vacatures zijn ingevuld is het geld er weer voor. GroenLinks heeft twee moties ingediend die mij aangaan. De eerste motie betreft het ophogen van het aantal commissieleden niet- raadsleden naar drie. Het college zegt daarvan geen voorstander te zijn, met uitzondering van de heer Van Os, die zich in de D66-hoek schaart, en dus voorstander is van dat punt. De heer SCHRODER Voorzitter, begrijp ik goed dat u de raad een advies daarin geeft? Ik denk dat beide moties typische raadsaangelegenheden zijn, en het zou het college sieren als het niet preadviseert op beide moties, maar de raad vrijlaat in deze kwestie. De VOORZITTER Ik heb er geen enkel probleem mee om mijn opvatting te geven. Wij hebben deze moties in het college besproken, en ik kan u dus ook vertellen hoe de andere leden van het college hierover denken. Ik heb dat zojuist bij motie (1) laten horen. Met betrekking tot motie (2), waarin wordt voorgesteld om de voorzitter van de commissie niet de portefeuillehouder maar een ander raadslid te laten zijn, ik noem dit het experiment Adank, het volgende. Het college heeft hierover tamelijk lang gedebatteerd, want wij menen dat het experiment onvoldoende indicatie geeft om nu een definitieve beslissing te nemen. Wij stellen u voor, en ik begrijp van de heer Schroder dat ik dat ook persoonlijk mag doen, om het experiment voort te zetten met twee commissies, zodat wij een wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 189