25 MEI 1999
196
gedeeltelijk, maar BRUT ligt moeilijker dan BORD, maarJa, dit is even geheimtaal, maar
anders moet ik het helemaal uitspreken.
De VOORZITTER
Het doet mij geweldig aan drank denken.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Enkele fracties vragen hoe het staat met het hele flankenverhaal. Het MIT dat bij de
Oostwestflank hoort komt in het najaar terug. Ik wijs erop dat, wil je zekerheid hebben,
ook over de financiën, je dan wel plannen op tafel moet hebben. Breda is wel alles van
plan, maar heeft geen plan waar het achter staat, en dat is bijna een risee in den lande. Ik
weet dat we met zijn allen de plannen erdoor willen hebben, zodat we tegen het Rijk
kunnen zeggen: dit is onze inspanning, komt u nu maar. Ik wil nog even ingaan op de
haven. Mij wordt verweten dat ik heb gezegd: je kunt er ook een plein van maken. Ik heb
dat ook letterlijk zo gezegd, want er staat namelijk in de omslag dat er een natte variant is
en een droge variant. Een droge variant is een plein. Stel het je maar eens voor, op het
noorden, het waait er doorheen, je krijgt er geen cent subsidie voor en het moet
hartstikke mooi worden. Dat gaat het college ook ontwikkelen, als welk alternatief weet
ik niet, maar het zit er wel in.
De heer HAARHUIS
Er is toch een afspraak dat, als we financieel in de problemen komen met die haven, we
dan, parallel aan het waterverhaal, een terugvalscenario zouden hebben, zodat we dan
niet opnieuw moeten beginnen met nadenken?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ja, letterlijk, een terugvalscenario, een plein op het noorden.
De heer HAARHUIS
Maar wij zouden dat parallel ontwikkelen. Dus in die zin is het er wel?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Natuurlijk. Daarom begreep ik de opmerking van mevrouw Kremers ook niet. Maar ik
probeer het uit te leggen.
Mevrouw KREMERS
Bij interruptie. Het was ook geen verwijt, ik bracht het als een verspreking, omdat
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Kon ik mij in die zin maar verspreken, maar ik houd mij altijd letterlijk aan de tekst die het
college mij ingeeft.
De VOORZITTER
En nu zou u zich nog aan de tijd moeten houden. Bent u klaar?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ja. Binnen de tien minuten.
De VOORZITTER
Neen, helemaal niet. De tijd van de heer Oomen is daarbij zelfs misbruikt. Ik geef het
woord aan de heer Kruithof.
Wethouder KRUITHOF
Voorzitter, ik kan u zeker garanderen dat ik het niet zo lang zal maken als mevrouw Van
Beusekom. U kunt mij daar straks op aanspreken.