25 MEI 1999 202 onafhankelijk voorzitterschap van de commissies Middelen en ECG. Als daarvoor voldoende steun is, heeft dat onze voorkeur. Reeds in een eerder stadium hebben wij ons fiat aan een onafhankelijk voorzitterschap gegeven. Ten aanzien van motie (3) gaan wij akkoord met het antwoord van het college. Wij denken dat de discussie over verkeer en vervoer, de BBA-bus et cetera thuishoort in de commissie Ruimtelijke Ordening. Overigens ontbreekt ook de dekking. Het is altijd aardig als je bij moties de dekking aangeeft. Met betrekking tot de moties van de SP volgen wij het standpunt van het college in dezen. De heer MEEUWIS Wij hebben een aantal duidelijke antwoorden gekregen. De heer Van Os geeft aan dat het alternatief inzetten van de overschotten op de kapitaallasten zou leiden tot een beperking van de inzetbaarheid van de reserves. Wij doelen echter niet op de overschotten ten gevolge van de gunstige renteontwikkelingen, maar op de overschotten die ontstaan door het niet of later uitvoeren van investeringen. Overigens moet ik daarbij aantekenen dat wij geen voorstander zijn van het uitstellen van investeringen. Wij willen juist dat het door ons geaccordeerde beleid ook vorm krijgt. Wethouder VAN OS Bij interruptie. Daarop doelde ik ook. Op het moment dat je die baten gaat inzetten, betekent dat dat je je reserves niet meer kunt gebruiken, want je hebt die baten nodig om je begroting structureel overeind te houden. Overigens worden de rentevoordelen wel degelijk teruggegeven. U vindt die terug in de exploitatie. De heer MEEUWIS Maar zolang we niet investeren, is de voorziening niet beschikbaar. In die zin is het, naar onze mening, dus gepast om de vergoeding, die wij aan de burgers vragen, in dat geval te beperken. Een beperking van de lasten is in die zin dus zowel technisch als principieel zonder bezwaren mogelijk. Wethouder VAN OS Ik ga nu toch maar even door met mijn interruptie. Ik begrijp hieruit dat uw voorkeur uitgaat naar een eenmalige lastenverlichting. Maar ik wil u ook nog wijzen op de stelpost onderuitputting in de begroting, die een voorschot neemt van ƒ4,5 miljoen vanwege het feit dat wij die kapitaallasten voor een deel hebben overgehouden. De heer MEEUWIS Komt er nog een derde termijn, voorzitter? De VOORZITTER Neen. Dit waren interrupties van de wethouder. De heer MEEUWIS Ik ga verder met de portefeuille van mevrouw Heerkens. Naar aanleiding van de opmerkingen die wij, maar ook anderen, hebben gemaakt over het arbeidsmarktbeleid stel ik vast dat de wethouder vooral terugblikt op het verleden. Datgene wat ik hierover heb gezegd was wel aan het eind van mijn betoog in de eerste termijn, en het kan zijn dat niet helemaal helder is overgekomen hoe onze visie in dezen is. Waar wij vooral benieuwd naar zijn is hoe haar visie op de toekomst eruit ziet. Daarover heb ik in de beantwoording onvoldoende gehoord. Met betrekking tot de moties het volgende. Bij de motie (2) van GroenLinks, die wij zojuist de bestuursvariant Adank hebben gedoopt, stellen wij vast dat die indruist tegen ons gevoel van de te nemen verantwoordelijkheden van de collegeleden in het monistisch stelsel. In die zin zijn wij erop tegen wanneer collegeleden niet als voorzitter zouden optreden in de commissies. Wij zullen derhalve tegen deze motie stemmen. Voorts zijn wij ook tegen alle overige moties.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 202