28 JANUARI 1999 20 resultaat is. Er verdwijnt veel van de goede woorden in de financiële onmogelijkheid en dat soort zaken. Wij vinden adviesraden in ieder geval buitengewoon belangrijk. Voorts menen wij dat elke adviesraad direct zou moeten adviseren aan een wethouder. Die heeft daarvoor de directe verantwoordelijkheid. Wij hebben ook in de commissie gezegd, en wij hebben dat al vaker gezegd, dat een advies van een adviesraad dusdanig zwaar moet wegen dat het onder het kopje communicatie moet worden opgenomen, zodanig dat de raadsleden direct daarvan kennis kunnen nemen en niet meer naderhand kunnen zeggen: das haben wir nicht gewusst. Dan heeft de raad ook zijn directe verantwoordelijkheid naar de adviesraden. Zoals de laatste 17 jaar hiermee is omgegaan vinden wij een schande, maar toch zullen we voor dit voorstel zijn, omdat het het minste is en omdat u op een gegeven moment heeft aangegeven dat u er nog een keer mee terugkomt. Ik heb ook een woordvoerder van een van de partijen horen zeggen dat hij hoopt dat de heer Van Os dat is, en dat hoop ik natuurlijk ook. Maar dat zal tijdens de verkiezingen eerst nog moeten worden waargemaakt. Echter, zoals hij de afgelopen periode is omgegaan met inspraak, denken wij dat dat punt voor verbetering vatbaar is. Wethouder VAN OS Zo ziet u, dames en heren, waar een lichte aanvaring met de heer Boer toe kan leiden. Wellicht dat het daar De heer BOER Ik ben goed verzekerd. Wethouder VAN OS U begon over die lichte aanvaring. Wellicht is het ook van belang om vast te stellen dat je na 17 jaar misschien ook eens zou moeten kijken naar hoe zaken zijn veranderd en hoe tijden veranderen, en dat je ook op een andere manier naar dit soort fenomenen kunt kijken. En dan vind ik de ervaringen uit 1984 wat minder van belang. Ik denk dat de discussie in de commissie is verwoord in het nu voorliggende raadsvoorstel. Ook in de commissie hebben we gesproken over de wijze waarop je de ambtelijke functie moet invullen. Ik heb toen gezegd dat ik daarover met name met de leden van de Emancipatie-adviesraad en de Ouderenadviesraad verder wil discussiëren. Ik ben het niet per definitie met u eens dat één aanjagende ambtenaar zal leiden tot datgene wat u zegt, namelijk dat het beleid dan tussen de oren komt. Ik denk dat het veel directer aan de inhoud moet zijn gebonden. We komen terug met een voorstel, waarin de Emancipatie-adviesraad en de Ouderenadviesraad zich hopelijk kunnen vinden. TWEEDE TERMIJN De heer BOER Ik vind het jammer dat de wethouder niet ingaat op ons voorstel om de adviesraden direct aan een wethouder te laten adviseren. Ik kan me voorstellen dat hij dit allemaal niet zo belangrijk vindt en dat hij vindt dat een ambtenaar het maar moet doet. Het is het meest belangrijke contact van deskundige burgers met de politiek, en wij vinden dat een wethouder daarvoor verantwoorde lijk moet kunnen worden gesteld. Voorts vinden wij dat het advies in een verkorte vorm zou moeten worden opgenomen in het raadsvoorstel onder het kopje communicatie. Ook daarop is de wethouder niet ingegaan. Ik hoop dat hij dat in de tweede termijn alsnog doet. Wethouder VAN OS Ik stel vast dat zowel collega Van Raak als ik in de afgelopen periode regelmatig met de adviesraden rond de tafel hebben gezeten. Ook in de commissie heb ik gezegd dat ik de heer Boer in de afgelopen vier jaar niet naar een advies van welke adviesraad dan ook heb horen vragen. Adviesraden zijn er ook voor u, niet alleen voor een wethouder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 20