25 MEI 1999 207 landelijke politiek. Wij zien dan ook graag dat zij daar terechtkomen en niet in deze raad, ondanks de sympathieke gedachte die erachter ligt. Mevrouw KREMERS Ik wil het college danken voor de uitvoerige beantwoording. In de richting van wethouder Gielen merk ik op dat wij graag de discussie tegemoet zien. De aanzet is vorige week gegeven naar aanleiding van het voorstel inzake de Christus Koningkerk. Gelet op de manier waarop er in de commissie altijd goed met elkaar wordt gediscussieerd, zal ik graag zien dat dit een vervolg krijgt, dat dit wordt voortgezet, en dan niet straks aan de hand van de nota Welzijnsbeleid, maar meer in de sfeer van een brainstorm. Aan wethouder Kruithof heb ik een vraag gesteld in het kader van het meerjarig huisvestingsplan. U heeft daarop netjes antwoord gegeven. Maar wat ik veel belangrijker vind, en die vraag heeft u niet beantwoord, is: op welke termijn kunnen wij de meerjarenvisie verwachten? Wat ons betreft zal toch eerst de meerjarenvisie op tafel moeten liggen, omdat met name daarmee de bouwstenen worden aangedragen voor een goed meerjarig huisvestingsplan. U draait het om. U gaat eerst een huisvestingsplan vaststellen, en vervolgens gaat u een visie ontwikkelen die antwoord geeft op de vraag hoe u in het vervolg met bijvoorbeeld meervoudig en multifunctioneel gebruik wilt omgaan en hoe u bijvoorbeeld wilt omgaan met flexibel gebruik, afgestemd op veranderingen in het onderwijs zelf. Naar onze mening zou het andersom moeten zijn, dus zou dat eerst duidelijk moeten zijn, en zou u pas daarna een huisvestingsplan kunnen opstellen. In de tweede termijn hoor ik graag uw reactie hierop. In de richting van wethouder Van Os het volgende. Wij hebben gemeld dat wij blij zijn met de aandacht die het college besteedt aan het projectmanagement. Wij hebben u gevraagd wat het college doet of van plan is te gaan doen aan de planning van die projecten. Op een gegeven moment hebben wij, gelet op de strategische betekenis, aangegeven dat realisatie van die projecten, als het gaat om multiproject, op het hoogste niveau in de organisatie zal moeten plaatsvinden. Ik zal graag van uw college horen hoe u hierover denkt. Ik wil ook nog even reageren in de richting van wethouder Van Beusekom. Zo beeldend een plein beschrijven, op het noorden, met de wind die er doorheen veegt, maakt wel duidelijk wat de keus van de wethouder voorlopig nog is. Wij gaan er vooralsnog van uit dat, ondanks het feit dat een andere variant ook wordt meegenomen, de voorkeursvariant nog steeds de variant met water is. Ik wil ook nog even reageren in de richting van de heer Kwisthout. Bij dezen nodigen wij u van harte uit een keer deel te nemen aan onze openbare bijeenkomsten waarin wij regelmatig met elkaar discussiëren. Met betrekking tot de moties het volgende. In de twee moties van de SP volgen wij het college. Met die moties gaan wij dus niet akkoord. De heer KWISTHOUT Voor de duidelijkheid het volgende. Het college heeft nog geen antwoord gegeven op mijn motie inzake het Jubilee 2000. U stelt wel heel erg veel vertrouwen in het college, als u het college volgt voordat het een antwoord op de motie heeft gegeven. Mevrouw KREMERS De argumentatie van het college ten aanzien van beide moties is, dat het hier om zaken gaat die de landelijke politiek aangaan. Een tweede argument is, en ik merk dat op in het kader van de overwegingen, dat als je alles gaat kwijtschelden je ook diegenen die het wat minder braaf hebben gedaan gaat belonen. Wat dat betreft is het veel te algemeen en hoort het bovendien in de landelijke politiek thuis. Voorts zijn wij het niet met de overwegingen eens. Daarom zullen wij niet met de moties instemmen. Misschien dat ik nu duidelijker ben. In de motie (3) van GroenLinks inzake het openbaar vervoer volgen wij het college. De heer Schroder zei zojuist dat de dekking wel via de OZB kan, maar wij wachten de discussie af in de commissie RO over de plannen die in de Kadernota staan vermeld. Wij zullen derhalve tegen deze motie stemmen. Wat betreft de motie (2) inzake het experiment met betrekking tot het voorzitterschap van de commissie merk ik op dat ons dat zeer heeft aangesproken. Van D66 mag dat experiment worden voortgezet. Er zijn al wel twee commissies genoemd, maar wellicht dat dat voorstel nog eens moet worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 207