25 MEI 1999 208 bekeken. Misschien dat er voorzitters zijn van andere commissies die ook behoefte hebben om aan dat experiment deel te nemen. De eerste motie, inzake de uitbreiding van het aantal commissieleden niet-raadsleden, hebben wij medeondertekend. Tijdens de onderhandelingen is door ons als punt ingebracht om per fractie drie in plaats van twee niet-raadsleden tot lid van de commissie te benoemen. De argumenten zijn zojuist door de heer Schroder reeds aangehaald en wij staan daar ook achter. Daarom hebben wij deze motie ook medeondertekend. De heer KWISTHOUT Wethouder Van Os stelt in zijn reactie op mijn opmerking over het Casino dat het belangrijk is om het pand Kloosterkazerne te behouden. Uiteraard is dat zo. Maar de wethouder suggereert hier min of meer dat het vestigen van het Casino de enige optie was voor dat pand, en dat was nadrukkelijk niet het geval. Er waren veel meer opties, veel meer aanbieders. Dat is besloten behandeld, en ik zal daarop niet verder ingaan. Maar er waren dus ook vele andere mogelijkheden, dan het aldaar vestigen van het Casino alleen. Wethouder VAN OS Ik ging in op uw opmerking die betrekking had op het Casino in relatie tot verkeer en parkeren, mijnheer Kwisthout. De heer KWISTHOUT Ik heb ook nadrukkelijk gesteld dat wij de ontwikkeling daar ongewenst vinden. Voorzitter, in uw antwoord op mijn uitspraak over de mars tegen kernwapens, heeft u gezegd dat de gemeente in principe geen passanten ontvangt. Maar er is natuurlijk wel een nuanceverschil, want zij passeerden niet alleen Breda, Breda was ook een etappeplaats, het was de bedoeling dat zij hier zouden slapen. De VOORZITTER Daarom hebben wij ze ook slaapgelegenheid aangeboden. De heer KWISTHOUT Als je het vergelijkt met de Tour de France, en dat is gerechtvaardigd want het aantal deelnemers is ongeveer hetzelfde, dan worden de mensen die op de etappeplaatsen aankomen met iets meer egards behandeld. De VOORZITTER Maar niet in Breda. De heer KWISTHOUT Neen, in Breda kennelijk niet. En wij betreuren dat ten zeerste. Op de moties zal ik zo meteen nog ingaan. Wethouder Van Beusekom ging in op de 1/3-regeling volkshuis vesting. Hoewel wij die 1/3 nog steeds te weinig vinden, want er is, naar onze mening, te weinig sociale woningbouw, beschik je met die regeling wel over een bepaald objectief toetsingsinstrument bij grote locaties. Nu is het gesubjectiveerd. Datgene wat wij weinig vinden, vinden andere partijen misschien veel. In de richting van wethouder Kruithof het volgende. De SP-fractie is uitermate verheugd met de toezegging van de wethouder dat de overheid zowel saneert als betaalt. Mijn vervolgvraag is: op welke termijn gaat de gemeente de besprekingen aan met de huiseigenaren over de schadevergoeding? In de richting van wethouder Heerkens het volgende. Er stroomt inderdaad een aantal mensen uit de WW, maar het is ook zo dat een aantal mensen niet uitstroomt naar een reguliere baan. De uitstroom naar een reguliere baan en het hele traject daarna is in de wet wel heel duidelijk omschreven als doel van de WIW, dus ook de begeleiding en de scholing. Het is niet de bedoeling dat plaatsing via de WIW alleen maar goedkope arbeidskrachten voor de ondernemers mag opleveren. Als je kijkt naar de mensen die via een WlW-plaats als bewaker werken in een fietsenstalling, dan vraag ik mij af wat voor ervaring zij opdoen en waar zij later kunnen gaan werken. En alle fietsenbewakers zijn WlW-ers. Over de moties het volgende. Het college heeft nog niet gereageerd op de motie (4) inzake het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 208