25 MEI 1999 217 ook aan andere zaken. Zowel in mijn eerste als in mijn tweede termijn heb ik aangegeven dat met name die bouwstenen, en daarbij gaat het om meervoudig en multifunctioneel gebruik, flexibel gebruik bij veranderingen op onderwijsgebied, wel degelijk bouwstenen zijn die je van tevoren eerst moet hebben geïnventariseerd en dat daarover duidelijkheid moet zijn voordat je een goed huisvestingsplan kunt maken. U wilt nu met een huisvestingsplan komen terwijl andere zaken nog moeten worden uitgekristalliseerd. Dat is volgens mij het paard achter de wagen spannen. Wethouder KRUITHOF Ik begrijp uw voorkeur voor een andere volgorde, maar de thans gekozen volgorde komt voort uit de sinds de decentralisatie van de huisvesting bestaande behoefte aan een meerjarenperspectief op huisvestingsgebied. Maar u heeft gelijk als u zegt dat de volgorde die u aangeeft logischer is. Mevrouw KREMERS Bij interruptie. Die geef ik niet aan, die geeft u zelf aan in de Kadernota. Wethouder KRUITHOF Ik moet constateren dat deze manier van werken niet de meest logische is. Maar ik zei u reeds dat de zaken op dit moment al klaar liggen, en dat betekent dat er van tevoren al aan is gewerkt. Ik kan niet anders constateren dan dat het is zoals ik het nu zeg, en op zichzelf is dat triest, maar het is niet anders. Overigens denk ik niet dat dit consequenties heeft voor de eindproducten, die u krijgt aangeleverd. Deze worden zo snel mogelijk aan de commissie aangeboden, en dan kunt u daarover ook nog oordelen. De VOORZITTER Ik denk dat het goed is u te melden dat hierover in de commissie verder kan worden gesproken. Akkoord? Want anders blijven we over en weer pingpongen, en dat is niet de bedoeling. Wethouder HEERKENS Het CDA en Breda '97 hebben nog enkele opmerkingen gemaakt over het subsidietraject. Het CDA vroeg: kijk ook heel nadrukkelijk naar het georganiseerde verenigingsleven. In mijn eerste termijn ben ik daarop reeds ingegaan. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het veld de gelegenheid krijgt te reageren op de Uitgangspuntennotitie. Dat vindt plaats in een strak schema. Dat is nodig, want we moeten vóór de Kadernota 2001 de Uitgangspuntennotitie in de raad hebben vastgesteld. Dat betekent dus een traject in de richting van uw raad, voorafgegaan door de raadscommissies in een aantal termijnen. Tegelijkertijd zullen we kijken of we kunnen sonderen per district. Daarnaast kijken we hoe we een klankbordgroep kunnen samenstellen, op een zodanige manier dat ook vertegenwoordigers van organisaties in zo'n klankbordgroep kunnen meewerken. Om dat goed te kunnen organiseren en het veld daarbij te kunnen betrekken gebeurt dat wellicht ook per district. De WD sprak over het arbeidmarktbeleid. Er is een aantal nieuwe aanzetten, maar ik wil hier toch opmerken dat er volgens mij niets op tegen is om door te gaan met een succesvol beleid. Ik vind niet dat je dan stilstaat bij het verleden, maar dat je heel nadrukkelijk doorgaat juist met zaken die succesvol zijn ingezet en die een breed draagvlak hebben in deze raad en zeker ook in uw fractie. Er zijn wel degelijk ook nieuwe actiepunten. Als we kijken naar de nota Gelegenheid tot Werk dan wordt daarin heel nadrukkelijk gezegd: kijk naar de mogelijkheid om mensen ook specifiek te leiden naar bepaalde sectoren waar krapte op de arbeidsmarkt gaat ontstaan. In de eerste termijn heb ik daarvan gezegd dat wij ook proberen te gaan werken met werkgaranties, met het aantrekken van bepaalde bedrijven uit die sectoren waar sprake is van langdurige werkloosheid, met het additioneel bestek, waarop de heer Van Os reeds heeft gewezen, met de doorstroomdoelstellingen die onlangs nog zijn gekoppeld aan de Melkert-1, met de instroom- en doorstroombanen, met het omzetten van premiegelden naar activeringsgelden, met de kansmeter, waarmee je heel nadrukkelijk gaat kijken, nog specifieker, welke capaciteiten individuele mensen hebben en hoe je ze heel gericht kunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 217