25 MEI 1999
220
de heer O.B.W. Douwes Dekker (VVD), de heer C.O.W. Dubbelman (CDA), mevrouw A.P.C.
Dunselman-Rosman (WD), de heer C.C.M.A. Gemmeke (CDA), de heer J.C.A.M. Gielen
(CDA), de heer H.J.M. Haarhuis (PvdA), mevrouw E.P.M.M. van Hasselt-Blankers (WD),
mevrouw M.P. Heerkens (PvdA), de heer F. van der Hulst (CDA), de heer B.S. Joosse (D66),
mevrouw M.L.P.L. Knipscheer (CDA), mevrouw J.M.C. Kokx (PvdA), mevrouw T.P. Kremers
(D66), de heer C.H. Kruithof (VVD), de heer W.A.J. Kwakkenbos (VVD), de heer M. de Leng
(CDA), de heer J.C.C. Leunisse (PvhZ), de heer A.JJ.M. Lips (CDA), de heer C.L.M. Meeuwis
(WD), de heer A.J.G. Oomen (CDA), de heer N.G.M. van Os (D66), de heer G. Posthuma
(PvdA), de heer B.G.C. Schreiner (Breda '97), de heer H. Snier (PvdA), de heer J.P.W.A.A.M.
Taks (VVD), mevrouw W.J.M. Vossenaar-Blokdijk (Breda '97), mevrouw C.C.M. van Weezei
(PvdA), de heer J. de Werd (VVD), de heer P. van Yperen (Breda '97).
Tijdens de hoofdelijke stemming wordt door twee raadsleden een stemverklaring
afgelegd, die als volgt luidt:
De heer DUBBELMAN
Tegen, want ik beschouw dit als een vorm van morele chantage.
De heer ADANK
Tegen, met protest tegen de indiener. Waar zaken als etnische zuiveringen aan de orde
zijn, en waar eerder een meerderheid van de raad ervoor heeft gepleit om de landelijke
politiek daarover te laten besluiten, vind ik het niet correct dat de heer Kwisthout op deze
manier en met deze toonzetting aan de raad een uitspraak vraagt. In dezen volg ik
datgene wat de heer Dubbelman zegt over chantagepraktijken.
De motie (5) wordt na hoofdelijke stemming verworpen, met de aantekening dat 5 leden
hebben voorgestemd en 34 leden hebben tegengestemd.
II. TER VASTSTELLING:
1. JAARVERSLAG/JAARREKENING 1998.
Akkoord.
2. KADERNOTA 2000.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de SP en de Parel van het
Zuiden geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
E. RONDVRAAG.
Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt geen gebruik gemaakt.