27 MEI 1999 237 redenering in die trant van: eigenlijk zou het allemaal moeten maar het is niet in orde, dus dan maar niet. Ik denk dat dat wat moeilijk wordt. Maar ook dat ligt in de categorie van: je zult vertrouwen moeten hebben in jezelf en je erkennen als hoogste orgaan in deze stad. Daar worden de beslissingen voor de toekomst genomen. De VOORZITTER Oké. Tweede De heerLEUNISSE Voorzitter, toch een opmerking De VOORZITTER U krijgt zo meteen de gelegenheid. De heer LEUNISSE Ik wil een interruptie plaatsen op de wethouder. De VOORZITTER Wat is dat dan? De heer LEUNISSE Dat ze mij aanspreekt op mijn titel, op mijn naam, dat ik vertrouwen moet hebben in mijzelf. Maar wij zullen natuurlijk ook vertrouwen moeten hebben en moeten koesteren De VOORZITTER U reageert nu op de wethouder. Dat is een tweede instantie. Ik geef het woord aan de heer Van Hasselt. Het moet niet zo zijn dat u een debat gaat organiseren onder het mom van zogenaamde interrupties. De heer Van Hasselt. De heer VAN DER HULST De heer Van der Hulst van het CDA. Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS De heer Van Hasselt wenst niet het woord. De VOORZITTER De heer Van der Hulst. De heer VAN DER HULST Ik heb een ander punt. De CDA-fractie vraagt om een schorsing van 15 minuten voor intern beraad. De VOORZITTER Ik stel voor om daarvan 20 minuten te maken, omdat wij ons wellicht na afloop daarvan ook even zullen moeten beraden als college. Dus wij zijn om 20.55 uur hier terug. De vergadering is geschorst. SCHORSING. De VOORZITTER heropent de vergadering. TWEEDE TERMIJN De VOORZITTER Wij hadden gepland tot 20.55 uur deze schorsing te laten duren. Wij hebben meteen de koffiepauze daaraan toegevoegd, zoals u hebt gemerkt. Er is redelijk gewandeld in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 237