27 MEI 1999 245 SCHORSING. De VOORZITTER heropent de vergadering. De VOORZITTER Ik begreep dat de CDA-fractie even een schorsing nodig had om te reageren, voordat ik tot besluitvorming overga. De heer VAN DER HULST Onze dank voor de beantwoording in de tweede termijn. Wij zijn blij met de twee toezeggingen die zijn gedaan. De eerste, dat er zonder afdoende verkeersmaatregelen geen bestemmingsplan wordt ingediend, leder bestemmingsplan dat wordt ingediend voor Teteringen zal afdoende verkeersoplossingen met zich meebrengen. En de tweede, dat de gronduitgifte voor deze bestemmingsplannen naar de raad wordt geschoven. Ik heb nog een procedurele vraag aan de voorzitter. Is het inderdaad zo dat deze toezegging, die weliswaar onderdeel uitmaakt van deze beraadslagingen, ook onderdeel uitmaakt van de besluitvorming rondom dit thema? Ik zou daarover graag de voorzitter willen horen. De VOORZITTER Ik stel mij voor dat ik zo dadelijk de toezegging die de wethouder heeft gedaan namens het college, onderdeel laat uitmaken van het conceptbesluit, zodat u, als u ja of neen tegen het besluit zegt, ook daartegen ja of neen zegt. De heer VAN DER HULST Daarmee is materieel en inhoudelijk, denk ik, aan de wensen die wij hadden verwoord in onze motie, voldaan, en zullen wij de motie niet indienen. De heer SCHRODER Voorzitter, bij interruptie, in de richting van de heer Van der Hulst. Uiteraard maakt de motie geen onderdeel uit van de beraadslagingen, maar ik heb daarin wel getallen en data gezien. Nu zegt de wethouder dat de verkeersmaatregelen afdoende moeten zijn opgelost. In uw motie had u het nog over een reductie van 10.000. Betekent dat, dat de hardheid van die 10.000 in de visie die u tevredenstelt inmiddels van de baan is? De heer VAN DER HULST Geenszins. Maar zoals u ook in de stukken kunt lezen, staan die 10.000 ook gewoon in de stukken. De crux zat hem bij ons in het toetsingsmoment De heer SCHRODER de benedengrens, mijnheer Van der Hulst. De heer VAN DER HULST wat ik heb genoemd. Trouwens, de motie is nooit ingediend. De VOORZITTER Ik stel u voor om het dictum als volgt te lezen: "De raad van de gemeente Breda, gezien enzovoort, "besluit: 1. goedkeuring te geven aan het aangepaste ontwerp structuurplan Breda Noordoost/Teteringen, met de volgende toevoegingen: waarbij wij als d. toevoegen: "dat geen opeenvolgende bestemmingsplannen worden voorgelegd dan nadat de effecten van de getroffen maatregelen afdoende zijn gebleken". Als punt e. voegen wij toe: "dat de raad de gronduitgifte bij die bestemmingsplannen behorende, aan zich houdt". Zo moet u het dictum lezen en nu ga ik u vragen wie voor of tegen dit De heer SCHRODER En de toezegging over de bestemmingsplannen, voorzitter?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 245