27 MEI 1999 254 DeheerSCHELTENS Ik dacht dat u mijn stem wel herkende. Ik zit achter de brede rug van een collega. De VOORZITTER Het overkomt mij ook dat ik u niet zie. Maar ga uw gang, mijnheer Scheltens. DeheerSCHELTENS Betekent dit ook dat het voor deze ondernemers geldt tot aan het einde van de periode dat zij het exploiteren, of gaat het ook over op een volgende exploitant? Met andere woorden: is het een soort uitsterfvariant, die voor déze exploitant geldt, of geldt het tot in lengte van dagen? Wethouder OOMEN Neen, het is geen uitsterfvariant. Het is een variant die qua verordening blijvend is, dus ook hun rechtsopvolgers kunnen gebruik maken van het terras tot aan de goot. De VOORZITTER Begreep ik dat de heer Schroder nog wilde reageren? De heer SCHRODER Ja, kort. Helaas was de heer Scheltens gisteren niet bij het fractieberaad. Daar wordt er iets meer inhoudelijk op ingegaan. Ik heb nog twee punten toe te voegen aan zijn overigens uitstekende bijdrage. Het eerste is dat het een zwakke argumentatie is dat we, wanneer we niet kunnen handhaven, daarom de Buitenruimteverordening maar gaan aanpassen en versoepelen. Dat is voor een stuk in de motivering aan de orde. Het tweede is, dat mag ik u in herinnering roepen, maar waarschijnlijk was dat vóór uw tijd, dat de raad in het verleden ten aanzien van de kwaliteit van de buitenomgeving, waaronder terrassen, speciaal in Maastricht is gaan kijken om te zien hoe mooi het allemaal kan zijn, met prachtige rotan stoelen et cetera. Als we daar nu weer de kwaliteit plastic in terughalen, die we feitelijk in de straat constateren, dan vind ik dat een verarming, die eerder ontstaat uit nood dan uit een doelgericht en bewust formuleren van kwaliteitsbeleid. Wethouder OOMEN Ik denk dat ik het met de heer Schroder oneens ben. Als u een blik werpt op de binnenstad van Breda en op de Grote Markt, en u kijkt naar het gebruikte materiaal, dan kan ik niet zeggen dat dat een dissonant is in deze omgeving. Dus ik ben het wat dat betreft absoluut niet met u eens. Met betrekking tot het verruimen van het terras is hier juist sprake van een tegemoetkomen aan de wensen van een ondernemer. Wij hebben als raad de mond vol over het luisteren naar de bevolking, het luisteren naar de mensen die met een verzoek komen. Dat wil niet zeggen dat die automatisch worden gehonoreerd, maar daar waar het kan, gebeurt dat. En daarop heb ik namens het college gereageerd. De VOORZITTER Ik denk dat dit voldoende is besproken. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 96. PARKEERGARAGE CHASSÉTERREIN. De heer KWAKKENBOS Tijdens de behandeling van dit agendapunt in de commissie Stadsbeheer zijn door ons twee aspecten nader belicht: enerzijds de investeringskant en anderzijds de exploitatiekant. We zagen dat de investeringskant van het voorstel heel goed was onderbouwd, men had alles zo ongeveer tot de laatste kuub beton gespecificeerd, maar de exploitatiekant was duidelijk minder onderbouwd, alsof men ervan uitging dat dat wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 254