28 JANUARI 1999
12. BENOEMING LID NAMENS DE ARBEIDSVOORZIENING MIDDEN- EN WEST
BRABANT IN DE BESTUURSCOMMISSIE GESUBSIDIEERDE ARBEID BREDA.
De heer SCHRODER
Een punt van orde, voorzitter. Ik zou willen voorstellen om het punt af te voeren en volgende
maand met een nieuw voorstel te komen, waarin wel invulling is gegeven aan het voorkeursbeleid,
zoals de raad dat heeft vastgesteld.
De VOORZITTER
Wie is voor dit ordevoorstel? Dat zijn de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden en
de SP. Daarmee is het ordevoorstel verworpen. Ik stel thans het voorstel van burgemeester en
wethouders aan de orde. Betekent dit dat u tegen dat voorstel bent, mijnheer Schroder?
De heer SCHRODER
Uiteraard, maar mag ik hierover alstublieft ook het woord nog voeren?
De VOORZITTER
Ja, natuurlijk.
De heer SCHRODER
Ik heb op dit voorstel ook al schriftelijk gereageerd in de richting van de commissie, omdat ik,
in verband met andere bezigheden, de vergadering niet kon bijwonen. Het gaat erom dat het
voorstel in twee opzichten niet voldoet. Allereerst in de zin van het Reglement van de Be
stuurscommissie, waarin een lijn wordt beschreven van openbare werving, en vervolgens te
proberen een voordracht van minimaal twee personen aan de raad te doen toekomen. Strikt
genomen is het, denk ik, juist om te zeggen dat deze benoeming, waarbij het een lid uit de arbeids
voorziening betreft, niet aan die criteria uit het reglement hoeft te voldoen. Maar je kunt in de
lijn van de gedachtegang die in het reglement staat ook zeggen dat er geen bezwaar tegen is om
daarvoor dezelfde procedure te volgen. Het tweede bezwaar betreft niet direct het feit dat het
geen vrouw is, en straks zal dat wel weer het verwijt worden wanneer andere fracties behoefte
hebben om hierop te reageren, maar dat het college wederom niet heeft gevraagd om voor de
opvolging serieus uit te zien naar een vrouwelijke kandidaat, dus dat wordt gezocht naar een
invulling die strookt met het voorkeursbeleid, zoals de gemeente dat hanteert. Enkel al het ontbre
ken daarvan vind ik zeer strijdig. Keer op keer moeten we de vinger op de zere plek leggen en
keer op keer krijgen we een kluitje-in-het-riet-antwoord. Eigenlijk geeft u daarmee aan dat u
niet wezenlijk bereid bent om daaraan invulling te geven. Ik geef u nu alvast mee dat we straks
een nieuwe directeur Grondbedrijf zullen moeten benoemen. Wij verwachten dat het college dan
wel naar dat voorkeursbeleid kijkt en daarop ook daadwerkelijk actie onderneemt.
Wethouder VAN RAAK
Met betrekking tot de procedurele kant het volgende. Het is juist dat de heer Schroder dat verzoek
aan de voorzitter van de betreffende commissie heeft gedaan. Ik achtte dat niet opportuun. Ik
denk gewoon dat zaken moeten plaatsvinden, ook al bent u het daarmee niet eens. Een punt van
de agenda af te voeren omdat een partij het er niet mee eens is, is toch iets te veel eer, denk
ik. U citeert artikel 4 van de benoemingsprocedure. Wij handelen precies volgens artikel 4 van
de benoemingsprocedure. Daarin is sprake van vier leden die op basis van hun deskundigheid
of betrokkenheid bij de zorg kunnen worden benoemd. Er wordt niet gesproken over een voor
keursbeleid, noch over een dubbele voordracht et cetera. Neen, die mensen worden in feite
aantrokken en gevraagd op basis van hun deskundigheid. Op die basis hebben wij in de vorige
situatie mevrouw Havekes aantrokken als manager arbeidsintegratie. Haar opvolger, de heer
Stijnen, in nagenoeg dezelfde functie, heeft die deskundigheid in huis die wij voor deze commissie
nodig achten. Dat staat los van sekse, los van het voorkeursbeleid. Daarmee kom ik nu op het
laatste punt. Bij de invulling van vacatures stelt u elke keer het door ons uitgesproken voorkeursbe
leid aan de orde. Nu nodigt u min of meer derden, in dit geval het RBA, uit dat zij bij benoeming
26