24 JUNI 1999
273
controlerende taak is toegekomen. Daarom treft de raad geen blaam. Wethouder Gielen
heeft in de ECG-commissie waarin PARA /MEZZ werd behandeld, toegegeven dat hij
ongelukkig is met de manier waarop de architect onverantwoordelijk lang heeft
vastgehouden aan het bedrag van 4,5 miljoen. Hij gaf duidelijk aan moeite te hebben
met het proces waarin het krediet wordt gevoteerd, voorafgaand aan de aanbesteding.
Wij vinden deze gedachte terug in het voorliggend raadsvoorstel onder de noemer:
"Bestuurlijke/juridische consequenties", met name een nadere verdieping in de relatie
tussen de (marktafhankelijke) aanbestedingsstrategie en het moment van de (openbare)
votering van het uitvoeringskrediet in de gemeenteraad. Natuurlijk was het prettig
geweest als deze constructie aan de basis van het proces PARA/MEZZ had gelegen, als dit
besef eerder was doorgebroken. Dat neemt niet weg dat wij waardering hebben voor de
open mind die de wethouder heeft getoond, die ons in de naaste toekomst wellicht voor
onaangename verrassingen kan behoeden. Het kiezen uit de twee uitgewerkte varianten
is erg eenvoudig. Over dit onderwerp is in de commissie uitvoerig van gedachten
gewisseld. Niets pleit voor de 'Cola-bak'. Daarover kunnen wij kort zijn. Wel valt op dat
deze variant precies die vier maanden vertraging op zou lopen die leidt tot het verspelen
van een KONVER-subsidie. Het heeft er alle schijn van dat de architect met opgewekte
tegenzin aan deze variant heeft gewerkt. En eigenlijk, en ik zeg het met tegenzin, is deze
variant een belediging van de raad. De WD-fractie heeft vertrouwen in een bouwteam bij
de verdere uitwerking van het oorspronkelijke definitieve ontwerp, maar spreekt
ondubbelzinnig uit dat dit team geen dubbeltje méér mag uitgeven dan het taakstellend
budget thans aangeeft. Ten slotte wil ik namens de WD-fractie het bestuur en
medewerkers van PARA/MEZZ veel succes toewensen bij de realisatie en exploitatie van de
nieuwe poptempel. Ze hebben er lang genoeg op moeten wachten. Tot zover de eerste
termijn.
De heer SNIER
De discussies over vertind en geprepatineerd koper en dergelijke volgend zou je toch bijna
verwachten dat het niet om koper gaat maar om een poptempel met een gouden dak, als
we naar de prijsstelling ervan kijken. De besluitvorming van het PARA/MEZZ-verhaal
verdient zeker geen schoonheidsprijs. Wij hebben nu een oplossing, waar een
meerderheid van de raad, de commissie horende, vóór is. Een oplossing die misschien niet
helemaal optimaal is, maar wel een oplossing die op dit moment noodzakelijk is,
ingegeven door het feit dat we met een KONVER-subsidie zitten, en PARA op de plek waar
ze op dit moment is, niet lang meer kan blijven. Kortom, voldoende redenen om haast te
zetten achter het verwezenlijken van een poptempel ergens anders. Wel is het jammer dat
het op deze manier is gegaan. Ik zal daarop straks nog even terugkomen. Als ik de WD en
het CDA hoor zou architect Van Egeraat enige blaam treffen voor zover het gaat om het
alternatief. Ik moet zeggen dat ik dit het college ook wel een heel klein beetje verwijt,
omdat uiteindelijk de architect geen alternatieve voorstellen over varianten aan de
commissie van een raad doet. Het college heeft deze variant, 'de misselijkmakende Cola
krat', zoals ik in de krant heb gelezen, aan de raad voorgelegd, terwijl er was beloofd,
toen we hierover ruim vóór de zomer, ik meen zelfs eind vorig jaar, spraken, dat er een
serieuze tweede variant op tafel zou komen. Nogmaals, dit is geen serieuze tweede
variant. De Partij van de Arbeid heeft positief geadviseerd in de commissie om de redenen
die ik daarnet aanhaalde, want er moet op een bepaald moment een oplossing komen
voor het probleem waarmee MEZZ komt te zitten op het moment dat we niet snel met de
bouw beginnen. Er is nog een aantal zorgpunten blijven openstaan, waarop ik graag een
expliciet antwoord van de wethouder wil hebben. Toen we het oorspronkelijke voorstel
bespraken hadden wij dat op een vrij ideale manier gedaan. Ik kan me nog herinneren dat
de wethouder toentertijd daarvoor complimenten kreeg, omdat we tegelijkertijd spraken
over een gebouw, een exploitatie en er ook een bedrijfsplan ter inzage lag. Dat principe is
nu enigszins losgelaten, omdat die drie dingen niet meer constant tegelijkertijd in
eenzelfde spoor meelopen. Je zou kunnen zeggen: we handhaven het oorspronkelijke
bedrijfsplan, maar er waren toentertijd, in 1997, nogal wat opmerkingen en kritiek, ook
op dat bedrijfsplan zoals het er toen lag. Daarom vraag ik de wethouder om zo snel
mogelijk het goede geperfectioneerde bedrijfsplan van PARA/MEZZ ter inzage te leggen